De gunstige ligging tussen de provinciale hoofdsteden Leeuwarden en Groningen is altijd een belangrijke vestigingsfaktor voor Buitenpost geweest. Ook in de 18e eeuw - en zelfs daarvoor - was ons dorp de woonplaats van verschillende adellijke families. Daarbij ging het vooral om de grietman, maar ook rechters en hoge officieren, die overigens niet alleen in Buitenpost woonden.

de states op een detail van de Schotanus atlas 1664

Op dit detail van de atlas van Eekhoff uit 1849 worden de meeste van de states benoemd. Meest westelijk is dit Haersma-state. Direct oostelijk daarvan staat 'Boelens'. Daarna Jeltinga, Scheltinga, Herbranda en dan verder oostelijk van de kern: Mejontsma.

Schotanus atlas 1718 met 3 states benoemd

Op dit detail van de Schotanus-atlas uit 1718 worden drie van de states benoemd. Westelijk van de dorpskern is dit Groot-Schepper met de vermelding "eertijds Boelens". In het centrum staat Jeltinga (of Jeltcama) en oostelijk daarvan staat er geschreven "Bay al eer Harbranda". De laatste was dus al afgebroken.

de states op een detail van de Eekhoff atlas 1849

Op dit detail van de atlas van Eekhoff uit 1849 worden de meeste van de states benoemd. Meest westelijk is dit Haersma-state. Direct oostelijk daarvan staat 'Boelens'. Daarna Jeltinga, Scheltinga, Herbranda en dan verder oostelijk van de kern: Mejontsma.

Deze families bewoonden fraaie huizen, die meestal aangeduid worden als states. Op een kaart uit 1723 worden de meeste van de oorspronkelijke states vermeldt en hoewel ze alle zijn verdwenen is er toch nog het een en ander aanwezig dat aan het bestaan van deze adellijke geslachten herinnert. De namen leven voort in een reeks straatnamen, maar ook op andere manieren kunnen ze worden tegengekomen. Bovendien zijn op de grafzerken en rouwborden in de Nederlands Hervormde kerk de namen te lezen van de geslachten Boelens, De Schepper, Haersma de With, enz. Ondanks de groei en forse veranderingen is de structuur van de dorpskern vrijwel gelijk gebleven. De spoorlijn is er bij gekomen, maar het kruispunt van wegen - in de volksmond bekend als Bakkershoeke - is nauwelijks veranderd. Zelfs zestig jaar geleden stond het grootste deel van de bebouwing langs deze wegen. Zo was de Kuipersweg, de weg naar het zuiden van de gemeente, nog grotendeels onbebouwd. Daarom stonden verschillende van de vroegere states uit de 18e eeuw in de omgeving van de kruising van de wegen Groningen-Leeuwarden en Kollum-Augustinusga, terwijl de overige een plek vonden aan de rand van het dorp, maar wel aan de straatweg, die nog steeds als een belangrijke verkeersader door Buitenpost loopt.

Mejontsmastate

het wapen van de Mejontsma's in de flat aan de Prof WassenberghstraatWie vanuit de richting Groningen-Buitenpost aan de oostkant van het dorp binnenrijdt, passeert aan de rechterkant kort na Stal Paula de Jong, een boerderij. Uiterlijk herinnert niets aan de vroegere aanwezigheid van de Mejontsmastate op deze plek. Toch is er een verwijzing naar het verleden te vinden, een steen met de naam 'Mejontsmastate' in de voorgevel. De grietman Petrus van Mejontsma bewoonde deze state. Van der Aa meldt in zijn 19e-eeuwse 'Aardrijkskundig woordenboek' over hem: "MEJONTSMA (Petrus van) werd den 30 Oct. 1699 aangesteld tot ontvanger der losrenten op eene wedde van f 800, en den 31 Julij 1673 verkozen tot Grietman van Achtkarspelen. Hij woonde op de state Mejontsma te Buitenpost, en stichtte deze plaats denkelijk zelf of gaf er zijn naam aan. Van 1660-1664 en in 1675 was hij lid der staten wegens Achtkarspelen. Hij huwde Titia Andla, en overleed 30 Jan. 1677. Hij was een geletterd man, ...". Naar hem is de Mejontsmastraat genoemd. In de muur van het trappenhuis van het complex woningen aan de Prof. Wassenberghstraat is een gevelsteen aangebracht met daarop het wapen van de Mejontsma's (foto rechts, zie ook de foto's.

Herbrandastate

de voormalige herbrandastateNog voor het kruispunt Bakkerhoek stond in de 16e en 17e eeuw eveneens aan de noordkant, de Herbrandastate. Het voorname en fraaie huis was omgeven door een gracht en enkele singels. Er zijn weinig afbeeldingen van de state bekend, maar een schilderij in het Fries museum laat het nog zien (illustratie rechts). Bovenaan is links het wapen van de Herbranda's en daarnaast het gemeentewapen van Achtkarspelen afgebeeldt. Met deze state is de relatie met het verleden nog nadrukkelijker, want op het weiland waar zeventig jaar geleden nog een een fraai ooievaarsnest stond op het zogenaamde 'ooievaarslandje', staat sinds 1956 een ouderencentrum van de Wiersma-Reitsma Stichting. Eerst onder de naam 'Herbranda' en nu 'Nieuw-Herbranda'. Ondanks alle vernieuwingen die hier met de tijd plaatsgevonden hebben, ademt de omgeving hier toch nog een beetje de historie van vroeger, met als belangrijkste element de singel tussen de Voorstraat en Herbrandastraat. In 1994 werd aan de oostkant van dit wandelpad, aan de Herbrandastraat, een luxueus appartementencomplex gebouwd, ook onder de naam 'Herbranda-state'.

In de historie van Buitenpost heeft de familie Herbranda lange tijd een belangrijke rol gespeeld. Al in 1506 was er sprake van Bo(t)te Herbranda (1508-1568), die de functie van grietman bekleedde. Daarna zijn (vermoedelijke) kleinzoon Haye (grietman van 1581-1593) en deze zijn vermoedelijke zoon Feyco (grietman van 1593-1618). Deze Feyco wordt onder Achtkarspelen's grietmannen met lof vermeld, niet alleen als volmacht van Oostergoo op de Landsdag, maar ook door zijn handelingen op kerkelijk gebied. Hij staat te boek als de eerste gereformeerde grietman van Achtkarspelen. Herbranda is vooral bekend geworden vanwege het feit dat hij de kerk van Buitenpost in 1611 weer liet opbouwen, die in 1596 was afgebrand omdat ingelegerde soldaten slordig met vuur waren omgesprongen. Dit wordt herinnerd in een in de kerkmuur gemetstelde herinneringstekst met de tekst:  Ao 1594 in April verbrandde deze kerk door inlegering van inlandsohe soldaten en werd wederom opgetimmerd a° 1611 door 't beleid van den Edelen Grietman Herbranda met 5 gecommitteerden uit de Gemeente too kerkvoogden als eigenerfden en a° 1613 volmaakt". Feyco was ook de eerste protestantse grietman van Achtkarspelen.

In de 17e en 18e eeuw hebben ook andere geslachten Herbrandastate bewoond. De laatste bewoner was raadsheer Knock. Na zijn dood werd het in 1780 op afbraak verkocht en ook daadwerkelijk gesloopt.

Scheltingastate

De bebouwing van de Bakkershoeke heeft door de eeuwen heen een bijzonder karakter gehad. Dat is niet verwonderlijk, want het was en is nog steeds een zeer markant punt in het dorp. Opmerkelijk is dat de bebouwing op dit door het immer groeiende verkeer steeds lastiger wordend kruispunt ondanks de dreiging van afbraak nog redelijk intact is gebleven. Alleen de laatste tijd treden vormen van modernisering op die veel oudere Buitenposters waarschijnlijk betreuren, maar die vaak onvermijdelijk zijn bij functieverandering. Zo staat op de westelijke hoek van de Voorstraat en Kuipersweg nu een vrij modern gebouw, dat tot voor enkele jaren in gebruik was bij notaris Veerman. Voor veel Buitenposters is dit nog de plek waar lange tijd de Bondsspaarbank stond, maar daarvoor stond hier het huis van de bekendste familie van ons dorp in de 19e eeuw, de familie Kuipers.

Een toepasselijke plek, want vroeger stond in deze omgeving de Scheltingastate, omringd door door een gracht. Lieuwe (of Livius) van Scheltinga was van 1653-1670 grietman van Achtkarspelen. Van der Aa meldt in zijn Aardrijkskundig Woordenboek over hem: "SCHELTINGA (Livius van) zoon van Livius van Scheltinga, Secretaris van de Staten van Friesland en Curator van de Academie te Franeker, en van Anna de Blocq, werd in 1632 geboren. Den 5 Maart 1653 werd hij Grietman van Achtkarspelen, en nam nog in hetzelfde jaar zitting in de Staten van Friesland. In 1657 werd hij uit deze met nog zeven andere leden gecommitteerd tot het opmaken van eene Instructie voor de Curatoren der Akademie. Hij huwde Wiskjen, dochter van den Raadsheer Cornelis Kinnema en Romkjen Fockens. Zij overleed 9 October 1668, hij 16 Junij 1670". Over Scheltingastate en de Scheltinga's is verder weinig bekend. Wel weten we dat een telg van het geslacht, te weten Leonardus Epeus van Scheltinga in 1787 eigenaar werd van de buitenplaats Oosterburen in Augustinusga, waar hij zich in 1795 met zijn gezin vestigde. De naam van de Scheltinga's leeft voort in de straatnaam Scheltingastraat.

Jeltingastate

Aan de andere kant van de Voorstraat heeft de Jeltingastate gestaan. Deze stond aan de weg naar Kollum, de Jeltingalaan, ongeveer op de plek waar nu aan de Schoolstraat de peuterspeelzaal/Buitenschoolse Opvang haar onderkomen heeft. Uit een verslag, dat is gemaakt van graafwerk dat gemeente-arbeiders indertijd hebben verricht voor de bouw van enkele woningen aan de Schoolstraat blijkt, dat de grachten rond de state omstreeks 1200 zijn gegraven. Naast allerlei zeer oude scherven van aardewerk werden ook de fundamenten van een poortje ontdekt. De state had zijn voornaamste uitgang naar de Jeltingalaan, zo ongeveer op het huidige Jeltingapad - het verbindingspad tussen de Schoolstraat en Stationsstraat. Bij de state hoorde een boerderij, die waarschijnlijk heeft gestaan op de plek van het huidige China Garden/café de Roskam. Jeltingastate werd omstreeks in 1770 afgebroken, nadat het de veertig jaar daarvoor was bewoond door de familie Bouricius. Daarvoor hebben leden uit de geslachten Mejontsma en Scheltinga de state in eigendom gehad. Maar een paar eeuwen lang moet de state bewoond zijn de familie Jeltinga. In sommige bronnen wordt ook de naam Jelcama of Jeltcama genoemd. Het oudst bekende familielid was Worp Jeltinga, van hem is een grafsteen bekend uit het jaar 1427. Een voorname telg uit het geslacht was Jonker Fecco Jeltinga, hij was in het begin van de 17e eeuw eigenaar van de state. Deze Fecco vervulde een hoge functie bij de Admiraliteit in Dokkum, zoals is vermeld op zijn grafsteen op zijn grafsteen in de Nederlands Hervormde kerk. Friesland had toen, als één van de souvereine gewesten van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, nog een eigen marine. Het Admiraliteitshuis in Dokkum herinnert daaraan.

Groot Schepper/Haersmastate

Ook moet er nog wat gezegd worden over Groot Schepper of Haersmastate, al naar gelang welk geslacht de state bewoonde, al was het alleen al omdat men in Buitenpost meerdere malen aan het geslacht Haersma wordt herinnert. In de eerste plaats is er de Haersma de Withstraat. Ook verzorgingscentrum Haersmahiem en het Haersma de Withpark verwijzen ernaar terug. De laatste nakomeling van het geslacht, Freule Jacoba Caecilia Conradina de Blocq van Haersma de With, schonk de grond voor het park en het sportveld ernaast, in 1938 aan de gemeenschap. Daarbij werd wel bedongen dat de gemeente het geschonkene moest bestemmen 'voor de aanleg van een park of plantsoen met wandelpaden, met sportterrein en/of speelterrein vor de jeugd, een en ander ter verfraaiing en ten nutte van het dorp Buitenpost". Aldus geschiedde en zo kreeg ons dorp een park.

De naam Groot Schepper, is afgeleid van de familie De Schepper. Isaac de Schepper, overleden in 1688, was van 1677 tot 1688 grietman van Achtkarspelen. Aan deze familie herinnert de De Schepperstraat.

Een andere bewoner was Daniël van Haersma de With. Deze werd op 17 mei 1797 geboren als zoon van Jan Minnema de With en Catharina van Haersma. Na zijn jeugdjaren ging hij rechten studeren. Daniël trouwde in 1820 in Leeuwarden met Volkertina Adriana Heringa. Na het huwelijk van Volkertina en Daniël woonde het gezin eerst in Leeuwarden en werden hier de eerste vijf kinderen geboren. Al spoedig kreeg Daniël een benoeming als grietman van Oostdongeradeel, waar hij zijn oom Frederik de With opvolgde. Het gezin ging wonen in Metslawier en betrok hier Huize Bosman, waar nog zes kinderen ter wereld kwamen. Bij zijn benoeming in 1839 als grietman van Achtkarspelen verkocht hij het deftige en voorname Huize Bosman aan zijn opvolger Schelte Baron van Heemstra. In Buitenpost ging het gezin zich vestigen op Haersmastate, dat door vererving werd verkregen van oom Sybrand van Haersma. Deze was als grietman van Achtkarspelen de voorganger van Daniël. In 1841 kreeg de familie visite van de koninklijke familie, die dan een bezoek brengt aan de twee noordelijke provincies. Dit was koning Willem II met zijn vrouw Anna Pawlona van Rusland. Op weg naar Groningen, deden ze Haersmastate aan. De Leeuwarder Courant maakte melding van deze gebeurtenis en schreef onder andere: "Het landhuis van den Heer Grietman was met smaak versierd, vele Aanzienlijken waren aldaar genoodigd en een keurig Dejeunée werd aangeboden". Volgens overlevering binnen de familie Van Haersma zou de koning bij vertrek uit Buitenpost hebben gezegd dat hij iets voor de heer grietman wilde doen. De heer Van Haersma de With zou toen gezegd hebben: "Sire, mijn enige wens zou kunnen zijn dat U de tot mijn dochter gesproken woorden waar maakt. U begroette haar met: "Goedemorgen, Freule". De koning zou op deze vrijpostige uitlating hebben geantwoord: "Mijnheer, ik nobileer U". Bij Koninklijk Besluit van de dag van het koninklijk bezoek op Haersmastate, 26 juli 1841, werd mr. Daniël de Block van Haersma de With door de koning uit eigener beweging verheven in de adelstand, dus zonder dat daartoe is gerequestreerd. Zijn nakomelingen mochten het predikaat jonkheer en jonkvrouw voeren. In 1851 maakte Haersma de With, als gevolg van de Gemeentewet van Thorbecke de overgang mee van Grietenij naar Gemeente. Hij werd daardoor de eerste 'burgemeester' van Achtkarspelen. In 1852, bracht koning Willem III een bezoek aan de familie op Haersmastate. De beide wethouders van Achtkarspelen Zijlstra en Gorter, twee raadsleden Buma en Hulshoff en de gemeentesecretaris van de Schaaf waren bij de ontvangst aanwezig. Op 24 juni wordt Haersma de With herbenoemd als burgemeester van Achtkarspelen. Op 10 augustus 1857 overleed hij op de leeftijd van zestig jaar. Hij werd opgevolgd door zijn zoon jhr. Volkert Adrianus Heringa van Haersma de With. Deze laatste telg van het de voorname familie overlijdt in 1909. Daarna wordt de state 'op afbraak' verkocht.

De Boelensstate

Naar recent gebleken is, is er ook een zesde state in ons dorp geweest. Deze moet ongeveer op de hoek Irenestraat-Voorstraat hebben gestaan. Het geslacht Boelens heeft in de 17e eeuw een belangrijke bijdrage geleverd aan het bestuur van de grietenij Achtkarspelen. Tjerk, Pieter, Lieuwe en Tarquinius Boelens zijn in de periode van 1618 tot 1673 grietman van Achtkarspelen geweest. De naam komen we in ons dorp tegen in de vorm van het Boelenspad, een verbindingspad tussen de Kuipersweg en De Schepperstraat.

de states op een detail van de Eekhoff atlas 1849

Op dit detail van de atlas van Eekhoff uit 1849 worden de meeste van de states benoemd. Meest westelijk is dit Haersma-state. Direct oostelijk daarvan staat 'Boelens'. Daarna Jeltinga, Scheltinga, Herbranda en dan verder oostelijk van de kern: Mejontsma.