Het Jeltingahuis werd in 1877 gebouwd als woonhuis. Na verschillende bewoners gekend te hebben werd het in 1961 gemeentehuis. Een kleine geschiedenis van deze voorname blikvanger in ons dorp.

toegangspaal van voormalig hek Jeltingahuis Het Jeltingahuis is vooral bekend geworden als het huis van de familie Kuipers. In tegenstelling tot de bewoners van bijvoorbeeld Haersmastate, was dit geen adellijke familie. Maar de familie Kuipers behoorde wel tot de meer welgestelden van het dorp en daardoor was de familie in verschillende opzichten ook invloedrijker dan de bewoners van Haersmastate. Jacob Kuipers (1841-1906) was een hereboer, die vanwege zijn grote grondbezit groot aanzien genoot. Samen met zijn vrouw Antje Siccama woonde hij eerst op 'de Bakkershoeke', maar als rentenier liet hij in 1877 het Jeltingahuis bouwen. Van het omvangrijke complex dat toen ontstond met ondermeer koetshuizen en stallen, resteert nu alleen nog de woning.

historische advertentie verkoop Jeltingahuis Na het overlijden van Jacob in 1906 en van zijn weduwe in 1913 werd het huis in een publieke verkoping te koop aangeboden. Hierover doet al lange tijd en verhaal de ronde dat niet klopt. Het huwelijk van de Kuipers' was kinderloos gebleven en werd daarom het Jeltingahuis 'op afbraak' te koop aangeboden, zoals toen wel vaker gebruikelijk was bij een familiehuis. Mogelijk heeft ook een rol gespeeld, dat de weduwe van Jacob Kuipers het na het overlijden van haar man minder goed kon vinden met de overige notabelen van het dorp. In ieder geval bepaalde zij in haar testament dat het Jeltingahuis moest worden gesloopt na verkoop.

krantenartikel aankoop Jeltingahuis De bekende Buitenposter en zakenman P.S. Bakker werd de koper. Maar volgens het verhaal ondernam deze geen enkele activiteit om aan de eis te voldoen. Daarop aangesproken door zijn dorpsgenoten moet Bakker hebben geantwoord: "Het wordt niet afgebroken. Ik heb het slot nu wel gekocht, maar de notaris had vergeten een uiterste datum voor de afbraak in de akte op te nemen". Dit zou dus de reden zijn waarom het Jeltingahuis niet werd gesloopt en de gemeente uiteindelijk eigenaar van het fraaie gebouw kon worden.

Helaas klopt het verhaal niet helemaal. In het testament van Antje Kuipers-Siccama stond dat het Jeltingahuis gesloopt moest worden en in de koopakte van 9 april 1914 werd wel degelijk een uiterste datum genoemd. Dit was 15 september 1914, maar als resultaat van een familieberaad van de erfgenamen werd besloten hieraan geen gevolg te geven. De koetshuizen en de stallen van het onbewoonde Jeltingahuis hebben overigens tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) nog dienst gedaan als opvangcentrum voor Belgische vluchtelingen.

De heer J.A. Zaalberg (oud-gemeentesecretaris van Zaandam) heeft van 1916 - 1921 het Jeltingahuis bewoond. Zaalberg is als directeur van het Nederlands Registratuurbureau van grote betekenis geweest voor de archiefvorming van gemeenten. Burgemeester Pier Eringa van Achtkarspelen (1917-1945) werd in 1937 eigenaar van het Jeltingahuis. In 1959 kocht de gemeente het Jeltingahuis van de oud-burgemeester, onder bepaalde voorwaarden (krantenartikel rechts). Hierna werd het Jeltingahuis grondig verbouwd. In de raadsvergadering van 17 april 1961 werd het huis met directe ingang verklaard tot 'huis der gemeente'.

Bij het werkbezoek van koningin Juliana op 21 april 1961 werd het gebouw voor het eerst officieel gebruikt. Voortaan werden de raadsvergaderingen in het Jeltingahuis gehouden, de eerste op 26 juni 1961. Ook werden er huwelijken voltrokken en ontvangsten en vergaderingen gehouden. In 1962 werd er in het Jeltingahuis een woning ingericht, waar bode Jacob Miedema tot 1973 met zijn gezin intrek in nam. Daarna werd de woonplek overgenomen door zijn opvolger Gerrit Offinga. De kelder kreeg ook een aparte functie: het werd ingericht voor de openbare bibliotheek. Als openingsactiviteit van de boekenuitleen was er op 12 maart 1962 een lezing van de bekende nederlandse schrijver Leo Uittenboogaard. De bibliotheek kreeg in 1985 een nieuw eigen gebouw in de Kerkstraat en verdween toen uit de kelder.

het Jeltingahuis in 2009

Op 25 maart 1999 vond de laatste raadsvergadering plaats in het Jeltingahuis. Op 6 april werd begonnen met de renovatie van het oude pand en de nieuwbouw van een gemeentekantoor in de voormalige grote tuin. Hierbij werd het kantoor rechtstreeks verbonden met het Jeltingahuis en ten behoeve daarvan werd de bodewoning gesloopt. De kosten daarvan bedroegen ruim 13 miljoen gulden.