In 1929 werd de basis voor de botanische museumtuin De Kruidhof gelegd door de stichting van een proeftuin. In de aflopen negentig jaar groeide het uit tot botanisch paradijsje van landelijke en internationale bekendheid. Een kleine geschiedschrijving volgt hier.

In november 1928 kwamen "enkele kweekers uit de omgeving van Buitenpost bij het bestuur van de vereeniging van Plaatselijk Belang aldaar het verzoek in om te willen bevorderen dat zoo spoedig mogehjk een groenteveiling te Buitenpost werd opgericht". Er werd daarop een commissie ingesteld die op 24 november 1928 een vergadering belegde. De commissie stelde: "aangewezen om een en ander nader te overwegen kwam tot de conclusie dat het evenwel zeer gewenscht zou zijn eene vereeniging op te richten welke alle krachten zou kunnen inspannen om den tuinbouw in de gemeenten Achtkarspelen en Kollumerland en naaste omgeving aan te moedigen en te ondersteunen" en "Geoordeeld werd dat die vereenigine om velerlei redenen voldoende recht van bestaan had" naast anderen. Op dezelfde vergadering werd gelijk besloten: "Eerste werk der vereeniging zal zijn zoo mogelijk het aanleggen van een proeftuin te Buitenpost". Geen groenteveiling dus maar een proeftuin was het resultaat van het verzoek. Dit was het begin van De Kruidhof.

Start als proeftuin

De tuin startte in 1929. Tuinbouwvereniging ‘De Noord-Oosthoek’ legde aan de zuidkant van de spoorlijn, dichtbij de spoorwegovergang Stationsstraat-Jeltingalaan, een proeftuin aan voor teeltproeven (foto: De Kruidhof in de jaren dertig). Het was niet een aangelegenheid voor Buitenpost of Achtkarspelen alleen. Eind oktober 1929 meldde het gemeentebestuur van Kollumerland: "van het bestuur van de Tuinbouwvereeniging De Noordoosthoek te hebben ontvangen houdende verzoek om een jaariijksch subsidie voor den aanleg van een demonstratie of proeftuin te Buitenpost". Als je iets begint kost het eerst geld en zo stond in de stukken van de gemeenteraad van Achtkarspelen in december 1930 dat: "De tuinbouwvereeniging de Noordoosthoek heeft blijkens een aan B en W verstrekte opgaaf pL m.ƒ5700 gulden noodig gehad om haar proeftuin in exploitatie te brengen". Maar het werk was begonnen en de tuin was in bedrijf.

foto de kruidhof in de jaren dertig

Medewerkers van De Kruidhof aan het werk. De woningen op de achtergrond staan aan de Julianalaan.

Moeilijk begin

De eerste jaren waren beslist niet gemakkelijk. In het jaarverslag van de tuinbouwvereniging over 1936 stond bijvoorbeeld: "De financiele resultaten over dit jaar kunnen matig worden genoemd. Vele groenten brachten een te lagen prijs op". Maar gelukkig was er ook positief nieuws te melden: "Over de belangstelling voor den tuin valt niet te klagen. Van heinde en ver werden den bezoeken gebracht waarbij vaak practische voorlichting werd gegeven. De tuin had contacten in heel Nederland, onder andere Breda, Akkrum en Wageningen, en wisselde teeltgegevens uit van gewassen als spinazie, slasoorten en cichorei.

Ook fruitteelt

Eind jaren dertig werd gemeld: "Voor de fruitteelt is de belangstelling van dien aard dat naast practijk op den tuin ook aan een 26-tal menschen uit de omgeving op een specialen cursus door den chef, onderwijs in dit vak werd gegeven". De tuin ontwikkelde zich verder en in januari 1938 kwam in de gemeenteraad van Achtkarspelen naar voren dat: "B en W zeggen dat ten behoeve van den proeftuin (...) een nieuw offer van de gemeente wordt gevraagd". Een daarvoor gebruikt argument was: "De proeftuin is inmiddels evenwel zoodanig verrijkt door kassen, waterinstallatie, vruchtboomen, boomen, enz. dat door de grootere bedrijfswaarde die daardoor is verkregen deze grootere garantiestelling huns inziens vrij veilig kan worden verleend". Niet zonder slag of stoot werd goedkeuring verleend maar: "Na een krachtige verdediging door wethouder Mulders is het voorstel van B en W (...) aangenomen". De waardering voor de tuin bleef groeien en in een artikel in de Leeuwarder Courant van 22 maart 1938 werd gesteld: "Niettemin mag dan het landbouwend deel van Friesland zich toch weer verheugen in het bezit (...) van den toonaangevenden proeftuin op dit gebied".

Ontwikkeling naar kruidentuin

Omdat de tuin zich verder wilde ontwikkelen en er gezocht werd naar een exploitatiemodel, werd er meer en meer aan de vraag van kruidenteelt voldaan. Afzetgebieden waren eenvoudig per trein te vinden en kruiden waren makkelijk te vervoeren. Eind jaren dertig van de vorige eeuw werd de proeftuin dan ook een kruidentuin. Er werd ingestoken op aromatische en geneeskrachtige kruidenteelt. Juist vanuit apotheken en drogisten was hier veel vraag naar. Zeker in de crisisjaren, maar ook in de oorlogsjaren schreven medici kruiden voor, zoals bij astmatische klachten een astmapijp met astmatabak. Het huidige drooghok op het terrein van De Kruidhof werd gebruikt voor het drogen en verwerken van kruiden voor de handel.

De Kruidhof in 1939

De Kruidhof in 1939, uit het promotieboek 'Friesland'

De oorlogstijd

Toen Duitsland in 1940 Nederland binnenviel waren er op de tuin zeker 25 mannen aan het werk. Deze mannen konden gedurende de vijf oorlogsjaren hier blijven werken. Dit betekende dat deze mannen ingezet werden in de Arbeitseinsatz, wat vaak uitzending naar Duitsland betekende. Kruidenteelt bleek belangrijk te zijn hier in Buitenpost. Dat kwam omdat Duitsers van oudsher dicht bij kruidengeneeskunde staan en zelf ook veel kruiden gebruiken. De tuin viel daarom in goede aarde bij de bezetter. De kruidentuin kweekte en verhandelde gewoon kruiden gedurende de oorlogsjaren. Dat na de oorlog niet veel meer werd gesproken over de toenmalige tuinchef kan verschillende betekenissen hebben. Uit archiefonderzoek is dit helaas nooit echt duidelijk geworden. Wat wel duidelijk is geworden, is dat er in die tijd heel nauwkeurig iedere dag van de vijf oorlogsjaren een verslag werd gemaakt van wat er op de tuin werd gedaan, wat voor weer het was en welke gewassen geteeld werden. Jan Hiemstra, die destijds in Kootstermolen woonde en op de Proeftuin werkte, tekende nauwgezet iedere dag feiten en wetenswaardigheden van de tuin op. Hiemstra werkte van 1935 tot 1956 in de kruidentuin. Deze waardevolle dagboeken zijn goed gearchiveerd in het Gemeentearchief van de Gemeente Achtkarspelen.

Overgang naar meer recreatieve functie

De ontwikkeling vorderde gestaag, maar omstreeks 1960 zat er geen groei meer in de kruidenteelt, die vooral voortvloeide uit een financieel probleem. Het rijk verminderde de subsidies zodanig dat deze inkomstenbron opdroogde. Het was aan de inspanningen van professor van Os te danken dat dit waardevolle perceel grond in bedrijf kon blijven. De Rijksuniversiteit Groningen ging kruiden verbouwen voor wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de farmacie (geneesmiddelen). Ook werd de tuin ingericht met een vrijwel complete collectie West-Europese historische en recente geneeskruiden. Meer dan drie decennia later is deze tuin nog steeds het bloeiende hart van De Kruidhof. In 1977 stelde de hoogleraar 'De Kruidentuin' offcieel open voor het publiek. Ondanks de kruidenteelt bleef deze bijzondere tuin toch enigszins lijden aan een ziekelijk bestaan. In 1996 vond er een reddende operatie plaats of te wel erkenning van de gemeente Achtkarspelen, dat De Kruidhof zou kunnen uitgroeien tot een botanische tuin met bovenregionale allure.

krantenbericht opening kruidhof voor recreatie

Krantenbericht uit de Leeuwarder Courant van 5 februari 1971 waarin de koerswijziging naar meer een recreatieve functie bekend werd gemaakt.

Geregistreerd museum

In het jaar 2000 verwierf De Kruidhof de status van geregistreerd museum. In dat jaar was de grondlegger van de geneeskruidentuin opnieuw te gast om het nieuwe seizoen voor geopend te verklaren. Dat deed de 94-jarige inwoner van Haren door de onthulling van een nieuwe naam voor de unieke geneeskruidentuin (foto onder). Dit deel van De Kruidhof zou voortaan door het leven gaan als de Professor van Os-tuin. Vanaf dat moment ging ook 'de gezondheid' de boventoon voeren door een aanhoudende groei van bezoekers tot meer dan 15.000 per jaar.

foto van de opening van de kruidentuin door prof. Van Os

Professor van Os heropent de vernieuwde Kruidentuin in 2000

Vandaag de dag is de tuin ruim 3,5 hectare groot en telt ruim tweeduizend plantensoorten. De botanische tuinen annex museum vormen thans een ware trekpleister met als bijzondere trekkers de Tuindag Buitengewoon in april, de Natuurmarkt op de eerste woensdag van augustus, de Bollendag in de nazomer, de Oogstdag en de Fruitshow aan het einde van het seizoen.