Oorlogsslachtoffer Sjouke Stel

Vier bekende oud-BuitenpostersIn zijn rubriek ‘Oud nieuws uit Buitenpost en omstreken’ vermeldt Durk Wildeboer onder het kopje ‘burgerlijke stand’: Stel, Sjouke, 31 jaar, groentenkoopman,e.v.: Procé, Sijke overleden op 3 mei 1943. Links ziet u een foto van deze dorpsgenoot die slachtoffer van de oorlog werd. De bekende Buitenposter Hennie Dijkstra (van de brandstoffen- en fouragehandel aan de Voorstraat) was bij de dood van Stel. Hij vertelde erover: “Sjouke Stel was onze overbuurman, hij was nog jong, 31 jaar. Hij had een groentenzaak in de voormalige Gerbozalen, het karakteristieke gebouw met de pilaren aan de Voorstraat. Het was maandagmorgen en prachtig mooi weer. We zeiden tegen elkaar: “We moeten eens op de klei zien of we daar aardappels kunnen kopen”. Het was in die dagen melkstaking: de boeren weigerden nog melk te leveren aan de Duitsers. Daar waren ze kwaad om. Overal plakten ze papieren op waarop stond dat het standrecht gold. Als er meer dan vier personen samenkwamen, zou er worden geschoten. De Duitsers werden steeds gevaarlijker. We reden op het fytske richting Kollum over de Heemstraweg. Plotseling zagen we allemaal mensen op fietsen aankomen en die riepen: “Keer hem! Keer hem!” We fietsten hen voorbij, maar de man om wie geroepen werd, vluchtte het erf op bij Faber (eerste huis) – hij probeerde onderdak te krijgen. Sjouke en ik zeiden: “Dit willen we even zien”, het was spannend. We hadden het nog niet gezegd of daar kwam chef De Poel aan op zijn motor met zijspan. Hij reed voorop met een aantal Duitsers op motoren, die mooi achter hem aan reden. Toen liet De Poel de Duitsers voorgaan – ik zie hem nog zijn zijspan draaien. De Duitsers begonnen te schieten – niet gericht, maar wel met de mitrailleur. Sjouke en ik reden het erf op en zochten dekking onder onze fiets. Maar Sjouke viel naast me neer. Ik kan dat nooit meer vergeten. Hij had een gaatje in zijn voorhoofd, daar kwam bloed uit; zijn brilletje was naar beneden gegleden. Mijn vader heeft zijn leed aangezegd... De volgende dag werd hij begraven. Alleen de familie mocht erbij zijn. De anderen moesten op afstand blijven. Ik was helemaal van slag. In die tijd had ik al verkering met Lutske. Samen zijn we de Kuiperssingel ingelopen...”.