Dat bomen in onze woonomgeving belangrijk zijn, daarover zijn de meeste mensen het wel eens. Maar naarmate de bomen dichter bij ons huis en onze tuin staan, neemt de verdeeldheid in meningen snel toe. Neem de Jeltingalaan, tot voor kort aangekleed met grote eiken die de laan een heel eigen sfeer gaven. In verband met vernieuwing van de riolering moesten die eiken wijken. Daardoor heeft de laan een enorme gedaantewisseling ondergaan. Ik begrijp dat het niet anders kon, maar wat heeft de ingreep een verlies opgeleverd... vind ik. Het zou me evenwel niets verbazen als menige bewoner de nieuwe situatie een geweldige verbetering vindt.

Het is voor de gemeente een hele toer om te laveren tussen de grote verschillen in waardering voor bomen in onze buurt. Persoonlijk vind ik dat onze gemeente in grote lijnen een goed bomenbeleid voert. Wat mij wel opvalt, is dat de laatste decennia de bomen minder ruimte krijgen. Ze staan in smallere stroken en ze zijn vaker kleiner met vooral een smallere kroon. Vergelijk dat eens met bijvoorbeeld de prachtige bomen aan het zuidelijk deel van De Ring: imposante Vleugelnoten in ruime grasperken. Ik kan daar stikjaloers op worden. Wat een rijkdom voor de bewoners van deze jarenzeventigbuurt!

Vleugelnoten aan de Ring

Vleugelnoten aan de Ring. (@foto: Sylvia Jacobi-Riepema)

Wat ook opvalt, is dat particulieren veel terughoudender zijn met het planten van bomen in hun tuinen dan in de jaren zeventig en tachtig. Ik betreur dat in hoge mate. Een jaar of tien geleden heb ik daar in de Binnenste Buitenpost al eens over gemopperd, dat ga ik niet nog een keer doen. (Al was het maar omdat het toch niks geholpen heeft :-))

Maar waar ik het eigenlijk over wou hebben: over herfstbladeren. Over mooie herfstkleuren zijn we het allemaal wel weer eens. De kleurenpracht van de Witte esdoorns voor het Lauwers College bijvoorbeeld - super! Maar ja, die bladeren gaan vallen, en dan slaat de stress bij veel burgers toe. Ik zie met verwondering met hoeveel bedrijvigheid veel mensen dan aan het opruimen slaan, dat grenst bij menigeen aan stress. De gemeente probeert een deel van de stress bij te sturen door op allerlei boomrijke plaatsen blad-depots van rekwerk te plaatsen. Een goed initiatief trouwens.

Of het de bladhaters ook maar een beetje overtuigt, laat ik voor wat het is, maar ik ga hier toch een pleidooi houden om heel anders met die bladeren om te gaan. Die zijn namelijk in veel gevallen een zegen die ons zomaar toevalt, in de letterlijke zin van het woord. Het verschilt wel een beetje per boomsoort. Eikenblad bijvoorbeeld wil moeilijk verteren, maar vooral bladeren van esdoorns, platanen, populieren, essen, linden (en vleugelnoten) zijn geweldige bodemverbeteraars in de tuin. Nee, gazon gedijt niet onder een bladerlaag, maar zeker tussen vaste planten en struiken en heesters kun je nauwelijks te veel bladeren laten liggen of zelfs aanvoeren. Daar zijn die blad-depots dan ook zo mooi voor: ik haal er kruiwagens vol blad uit om in m’n tuin te verwerken. Ik stop de begroeiing lekker in... als ik het blad tussen de hosta’s frommel, hóór ik ze haast zuchten van genoegen. Al rond de kerst zul je merken dat het volume danig is geslonken door vocht en vertering. Aan het eind van de winter is het blad grotendeels tot helemaal verteerd, vaak door wormen en andere gronddiertjes opgepeuzeld en in de grond gewerkt. Dat maakt de grond humeus en vochtvasthoudend, wat in warme, droge zomers een enorm voordeel is.

Maar een nóg groter genoegen is dat bladeren in de tuin in de winter allerlei vogels aantrekken. Ze rommelen er in om en keren de bladeren driftig om, om er pissebedden, wormpjes en andere bodemdiertjes tussen te vinden en te verschalken. Bij de vroege ochtendschemering komen allereerst de merels in actie. Dat zijn trouwens het hele jaar door ‘matineuze’ vogels! ’s Winters zijn er vaak grotere aantallen merels aanwezig dan in de zomer. We hebben dan wintergasten uit het noorden, die groepsgewijs rondscharrelen.

Maar ook roodborstjes, winterkoninkjes en heggenmussen vinden die bladeren aantrekkelijk. Het zijn wel alle drie soorten waarvan je vaak maar één exemplaar in de tuin hebt.

Een top-tip voor wie vogels voert in de winter: strooi dagelijks een paar handjes meelwormen tussen die bladeren! Die zijn in plastic emmers te koop bij bijvoorbeeld de Welkoop. Ze worden verkocht als kippenvoer, maar veel wintervogels zijn er ook gek op. De afgelopen winter verbleef er in onze buurt een wintergroep eksters. Die waren steevast elke morgen van de partij. Ik heb meerdere keren gezien hoe ze in een linie van zes tot acht vogels onze borders systematisch afschuimden. Veel mensen kunnen eksters luchten noch zien, maar ik word echt gelukkig van die slimme rakkers - en dan hun design ook nog!

Dat je zo nu en dan even met de bezem in de weer moet om de bladerrommel weer van de tegelpaden af te vegen, ach, daar word je ’s winters lekker warm van.