foto van rietgalZondag 8 november was het prachtig weer en ik besloot ons dorp door te wandelen op zoek naar inspiratie voor deze rubriek. Bij Haersmahiem daalde die in. Het trof mij hoe ‘keurig’ de omgeving van het woonzorgcentrum erbij lag. En meteen dacht ik ook: ik ben blij dat ik geen verantwoordelijkheid draag voor het gemeentelijke groenbeheer. Zoals u wel weet als u mijn stukjes wel eens leest, heb ik meestal m’n oordeel wel klaar over hoe het groen in ons dorp beheerd wordt. Maar ik vrees dat ik behoorlijk gestrest zou raken van het idee dat je het als gemeente nooit goed kunt doen. De ene burger wil dat het hele dorp er net zo keurig verzorgd bij ligt als de tuin van Haersmahiem, de ander houdt van een meer natuurlijke omgeving ook al levert dat in de ogen van de eerste groep een rommelig beeld op. Ik ben van die rommel, dat snapt u wel.

Nu ziet de tuin van Haersmahiem er mooi uit hoor, maar het is voor vogels, kleine zoogdieren en insecten geen fijne plek om de winter door te komen. Om maar ’s wat te noemen. Dat is in de ‘groenvoorzieningen’ rondom de vijverpartijen die een groot deel van het dorp omringen een stuk beter voor elkaar. In een bosje tussen de Rondweg en de Voorzoom hoor ik geluiden die de aandacht trekken. Het blijkt een grote bonte specht die de stammetjes van de struiken afzoekt. Aan een waterkant is over een behoorlijke lengte de oeverbegroeiing niet gemaaid. In het afstervende riet zie ik her en der de rietgallen van de galvlieg Lipara lucens. De larve heeft zich in de zomer gevoed met het riet en zit nu verpopt in z’n karakteristiek gal. (foto rechts) Daar kruipt hij in het voorjaar uit. Maar dan moet hij uiteraard niet weggemaaid en afgevoerd worden.

foto van staketsels van de engelwortelHet verwondert mij altijd weer hoe tegenstrijdig mensen vaak in elkaar zitten. We vinden vlinders prachtig, maar zien we rupsen dan grijpen we al gauw naar verdelgingsmiddelen. Tja... Jan en alleman strooit vrolijk met bloemenzaden voor de bio-diversiteit, maar we maaien vrijwel alle bermen aan het eind van het seizoen kaal. Weg alle eitjes, larven, poppen en volwassen insecten in de vorm waarmee de beestjes, elk naar z’n eigen soortstrategie, de winter moeten overbruggen. En daarmee is ook een flinke aanslag gedaan op de voedselvoorraad van bijvoorbeeld vogels. Wie biodiversiteit wil, moet ten minste een derde van de begroeiingen niet maaien. Daar is in Achtkarspelen gelukkig aandacht voor, maar dat derde deel halen we op geen stukken na. Want ja, onze omgeving moet wel ‘winterklaar’. Dat woord al! De natuur is aan het eind van de herfst vanzelf winterklaar, wij maken onze omgeving vaak winteronklaar!

Grazige vegetaties moeten ‘structuur’ hebben. Tot m’n genoegen heeft de gemeente regelmatig óm opvallende structuren heen gemaaid, en zo staat een staketsel van de gewone engelwortel overeind. In zulke holle stengels overwinteren lieveheersbeestjes, kleine naaktslakjes, pissebedden en wat niet al. In de buurt van de ijsbaan zie ik volop molshopen. Mooi zo! In het ruige gras eromheen vinden ook veld- en woelmuizen dekking. En dan nog wat we allemaal niet zien aan mieren, oorwurmen en ga zo maar door. En het mooie is: het kost allemaal weinig of het bespaart zelfs geld. Dat kun je niet zeggen van de diverse insectenhotels die we zo nu en dan tegenkomen. Ik vraag me daar wel eens van af in hoeverre die functioneren zoals we bedoelen. De omstandigheden op die hoogte, letterlijk los van de aarde, lijken me wel onbarmhartig voor veel van de beestjes die we ermee willen gerieven. Zeker als er ongelukkigerwijs juveniele exemplaren van de soort Homo erectus, ook wel pubers genoemd, langskomen die het stadium van verantwoordelijkheid nog niet bereikt hebben...

foto van uitgebrand insectenhotel

Uitgebrand insectenhotel in de groenzoom naast de oostelijke rondweg. De vegetatiestructuur eromheen is nog wel intact

Al met al stemt m’n rondwandeling me vaak hoopvol. Gemeente, wat mij betreft – en ik spreek ook namens onze biodiverse medeschepselen: het mag nog wel wat rommeliger in onze groene zones. Wat in onze ogen soms op rommel lijkt, is feitelijk leefruimte. (© foto: Gertie Papenburg)

foto vegetatie met goede structuur