In de literatuur is de stijlfiguur van de ‘Natureingang’ van oudsher zeer geliefd: het verhaal begint met natuurbeelden zoals bloeiende fruitbomen in de boerenhof of de beschrijving van een idyllisch landschap. Daarin mag dan bijvoorbeeld een liefde opbloeien (en - helaas - ook weer teloor gaan). De Bijbel start in het paradijs, al mogen we daar maar héél kort van genieten. Een veel gebruikte Natureingang is ook die van zingende vogels.

Henric van Veldeke, de allereerste Nederlandstalige dichter van wie teksten overgeleverd zijn, begint een liefdesgedicht zo:

Alse die vogeleblidelike
singende den somerentfaen
ende der walt is louvesrike
ende die bloemen scone staen,
so is der winter al vergaen.

Letterlijk hertaald: Als de vogels zingende de zomer ontvangen en het woud loofrijk is en de bloemen mooi staan dan is de winter helemaal vergaan.

Half januari hoorde mijn vrouw de eerste koolmees z’n tweeklank slaan, zo’n moment dat je aan elkaar meedeelt. Zelf hoorde ik op 18 januari in Leeuwarden in de Prinsentuin een boomkruiper zingen. Boomkruipers staan erom bekend dat ze de rij van voorjaarszangers openen. Zo, dat was mijn Natureingang. En ik help u meteen uit de droom... een andere droom in: winterse vogelgeluiden. Er zijn veel vogels die zich in de winter laten horen en zo voor veel mensen een bron van genoegen vormen. De kauwtjes die in de namiddagschemering het bosje tegenover ons huis met veel levendig ge-ka bezetten en ’s morgens weer even levendig wakker worden als het nog donker is. Ik schreef daar vorig jaar in mijn januaribijdrage al over. Een buurvrouw even verderop, die ik niet zo vaak spreek, vertelde me onlangs enthousiast hoe vrolijk ze van die kauwtjes wordt. Het getsjilp van mussen rond de voederplaats. Turkse tortels met hun liefelijke roe-koe-koe. Schetterende eksters... Maar goed, deze geluiden zijn niet specifiek gebonden aan Buitenpost.

foto van brandganzen

De brandgans is ’s winters de talrijkste overwinteraar in de Mieden. (@foto: Vogelbescherming)

Dat geldt in zekere mate wel voor het gegak van overvliegende ganzen en de bijzondere geluiden van dito zwanen. Die geluiden hoor je natuurlijk zo’n beetje overal in Fryslân, maar het is toch interessant dat wij onze directe buren horen, waaronder behoorlijk zeldzame. In 2018 is van de Twijzelermieden het gedeelte tussen de Miedwei bij Twijzel en de rondweg rond Buitenpost ingericht naar de wenselijke omstandigheden voor het natuurgebied. Dat kon omdat de provincie enkele jaren geleden de landerijen van boer Winter verwierf. Grote gedeelten van het gebied staan nu (zoals vóór 1969 ook het geval was) weer plas-dras of helemaal blank. En dat hebben ganzen en zwanen, en nog tal van andere vogels, heel gauw in de smiezen gekregen. Er vinden spectaculaire ontwikkelingen plaats in het gebied. Ganzen en zwanen hebben behoefte aan veilige slaapplaatsen. Water speelt daar een belangrijke rol in, want dat houdt predatoren als de vos op afstand. Plekken om te foerageren hebben ze in ons engels raaigrasrijke boerenland genoeg, maar slaapplaatsen zijn veel schaarser. En zo hebben we in korte tijd duizenden buren gekregen. Als ik zeg ‘duizenden’ bedoel ik dat ook... De brandgans gaat aan top met 50.000-60.000 slapers! De kolgans is op afstand tweede: 2.000-3.000, maar daar zal het mogelijk op den duur niet bij blijven. (Dank aan Jeffrey Huizenga van Staatsbosbeheer voor deze gegevens.)

Toch zeggen getallen niet alles, want een familie kleine rietgans en ongeveer 50 wilde zwanen mogen ook heel bijzonder heten! Dan bedoel ik niet knobbelzwanen (hun getal weet ik zo precies niet), maar de veel zeldzamere wilde zwaan, die ’s zomers in Noord-Scandinavië en Rusland aan de boorden van de Noordelijke IJszee broedt. U kunt ze vanuit een auto goed waarnemen vanaf het parkeerplaatsje aan de Oude Dijk, bij het begin van het nieuwe pad naar de Bûtenpostmerfeart. Een koudere maar excellente plek is het vogeluitkijkpunt op de hoek van de Miedwei en de Oude Dijk.

foto van wilde zwanen en kolganzen

Een volwassen wilde zwaan met drie jongen, en kolganzen. De foto is gemaakt in het Lauwersmeergebied. (@Foto: Piet Zuidema, Kollum)

U hoeft het dorp evenwel niet uit voor de geluiden van onze buren! U kunt ze leren onderscheiden, want op internet zijn hun geluiden makkelijk te vinden. Brandganzen gakken ‘keffend’ als honden, kolganzen ‘kakelen’ meer op hoge toon. De knobbelzwaan is vooral herkenbaar aan zijn typisch ‘suizende’ vleugelslag. En dan die wilde zwanen... Ik hoor ze slechts zelden, maar dan! ‘Trompetterend’ trekken ze over je heen - zouden die kerstengelen met hun trompetten mogelijk teruggaan op wilde zwanen? Het is maar een gedachte. Wat vast staat, is dat Buitenpost in de winter rijkelijk bedeeld is met hemelse geluiden.