Ben Datema van de Stichting Oud-Achtkarspelen schreef dit artikel over de herkomst van zwerfstenen in onze omgeving
Ik val meteen maar met de deur in huis, samen met twee koeien van waarheden.Wat is een ijstijd?
Wat was een ijstijd en welke consequenties had die voor het
noordelijk halfrond waarop wij leven? Allereerst dit: plantaardig
en dierlijk leven was totaal onmogelijk bij een gemiddelde
jaartemperatuur van 5 à 6 graden boven nul. De bovenlaag van de
aardkorst bleef vrijwel constant bevroren. De stand van de aardas
ten opzichte van de zon was in een ijstijd wat afgewend van
dezelfde zon. Elders, in de oceanen vooral, had de zon dus meer
invloed, wat tot grote verdamping van het zeewater leidde. Deze
damp zou later weer op aarde neerdalen, niet in de vorm van regen,
maar als sneeuw; wegens de koude alhier. Zo heeft zich gedurende
duizenden jaren sneeuw opgehoopt op oude sneeuw die er al lag. Het
pakket werd alsmaar dikker en zwaarder vanuit de noordelijke
ijskap. Hierdoor werd veel gesteente uit het Scandinavische
bergmassief los gewrikt en in traag tempo zuidwaarts
getransporteerd. Plaatselijk kon op den duur de dikte van het
sneeuwpakket oplopen tot 3 à 5 kilometer dikte. Gletsjers voerden
niet alleen grote en kleine rotsdelen maar ook grind, gruis, zand
en klei mee naar lager gelegen gebieden, zoals onder andere naar
Denemarken, Duitsland, Polen, Engeland en ook hiernaartoe.
Elsterien-ijstijd
In de op twee na laatste ijstijd – het Elsterien (475.000 – 410.000
jaar geleden) – zijn de gletsjers met ijs, sneeuw en gesteenten in
het huidige Nederland terechtgekomen in de lijn Den Helder – Lemmer
– Assen – Stadskanaal (kaartje: rechts). Restanten uit deze
ijstijd bevinden zich op grote diepte onder het aardoppervlak,
waardoor wij er weinig van weten.
Alleen in het noorden van Nederland kwam enige potklei aan de oppervlakte. Hier is later aardewerk van gebakken en monniken hebben er een kleine duizend jaar geleden de bekende kloostermoppen van gebakken.
Gevolgd door het Saalien
Na het Elsterien volgde een periode van 40.000 jaar waarin de
temperatuur zelfs zo toenam dat hier olifanten en neushoorns
leefden. Daarop kwam zo’n 370.000 jaar geleden weer een ijstijd ons
gebied bezoeken, het
Saalien genoemd. In deze ijstijd kwam wederom veel gletsjerijs met
veel noordelijk gesteente hiernaartoe geschoven. Circa 180.000 jaar
geleden kwam het ijzig complex in het huidige Nederland aan met een
gemiddelde snelheid van drie kilometer per jaar. Omdat extreme druk
warmte geeft kwam de voet van de diverse gletsjers los en schoof
dan iets naar voren om meteen daarna weer vast te vriezen wegens de
lagere temperatuur aldaar. Uiteindelijk kwam de ongeveer een
kilometer hoge massa 130.000 jaar geleden tot stilstand in de lijn
Haarlem – Nijmegen toen het lichtelijk warmer werd. Veel Friese
meren sleten in deze tijd wat uit en elders ontstonden zij – en
eindmorenen van de gletsjers die de terreinverhogingen op onder
andere Texel, Wieringen en in Gaasterland opleverden. Ook de
Utrechtse Heuvelrug, de Veluwe, het Gooi, Montferland en de heuvels
rond Nijmegen vormen de eindresultaten van deze voorlaatste ijstijd
(kaartje: rechts).
Zwerfstenen zijn erfenis van ijstijd
Alle grote en kleine zwerfstenen liggen daardoor hier al meer dan
130.000 jaar, toen deze ijstijd eindigde. Het was de laatste
ijstijd hier, omdat de gletsjers in de allerlaatste ijstijd (het
Weichselien: 120.000 tot 14.500 jaar geleden) niet tot in het
huidige Nederland zijn gekomen. Wel over driekwart van Denemarken
en een groot deel van het huidige Polen. Maar voor ons gebied had
deze ijstijd wel degelijk enorme consequenties. Hij begon heel kalm
en kwam pas 75.000 jaar geleden goed op gang, omdat tussenliggende
warmere perioden eerder vertragend werkten. Hier verdwenen toen
uitgestrekte bossen in de koudste tijd om plaats te maken voor een
kale en barre poolwoestijn. Alle leven werd hier toen volkomen
onmogelijk bij een gemiddelde jaartemperatuur van -6° Celsius. Het
enorm hoge ijsdek boven Scandinavië had ervoor gezorgd dat uit het
Noordzeebekken vrijwel alle water in de gletsjers als sneeuw en ijs
was opgenomen. De Noordzee lag toen droog omdat het waterniveau
ongeveer 70 meter lager was dan thans het geval is. Voor onze
contreien had dat tot gevolg dat door de zeer straf waaiende
poolwinden veel zand uit onder andere het Noorzeebekken onze kant
op is gestoven en rondgeblazen. Dit is soms goed te zien aan
sommige zwerfstenen die hier boven het maaiveld uitsteken. Ze zijn
over duizenden jaren geslepen, gepolijst en gezandstraald.
Stenen werktuigen
Dan nu over het gebruik van de zwerfstenen uit het Saalien.
Ongeveer 11.000 jaar geleden werd het leven in het huidige
Nederland weer mogelijk. Rendierjagers hebben vernuftig gebruik
weten te maken van het aanwezige gesteente, toen bronzen en ijzeren
gereedschappen hier nog geen toepassing vonden. Toen er steeds
noordelijker mos begon te groeien kwamen rendieren vanuit het
zuiden dat mos ook hier vreten. En achter hun voedselbron aan
kwamen ook nomadische rendierjagers in kleine aantallen naar hier.
Zo´n 8000 jaar geleden − toen hier weer bomen waren gegroeid −
konden bosjagers hier op o.a. vogels, everzwijnen en hazen jacht
maken.
Hunebedbouwers
Pakweg 5.000 jaar geleden leefde in het noorden van het huidige
Nederland het trechterbekervolk 'de hunebedbouwers'. Lange tijd
daarna hebben mensen nog gedacht dat alleen reuzen in staat waren
tot de bouw van deze uit zeer grote zwerfstenen bestaande
hunebedden (foto: boven - hunebed in Roden / Drenthe), die
bijna alle in Drenthe voorkomen. Ongetwijfeld waren deze mensen
sterk, maar het is een mythe dat reuzen als Ellert en Brammert
hebben bestaan.
Min of meer in chronologische volgorde werden zwerfstenen gebruikt als:
Conclusie: onze voorvaderen hebben zich de voorhanden zwerfstenen op inventieve wijze te nutte weten te maken.
(tekst: Ben Datema - Bibu-0111)
(@copyright: www.binnenbuitenpost.nl - 2015)