Fokke Gerben IJtsma (36), ‘dienaar der justitie’, wonende te Buitenpost, ging het op 29 december 1825 niet voor de wind. Wat was er gebeurd? IJtsma moest Douwe Thomas Dijkstra naar de gevangenis in Leeuwarden brengen, die door Dirk Keimpes van der Meer (59), politiebediende te Drogeham, was gearresteerd. Fokke Gerbens ging met de gevangene op reis naar Leeuwarden, maar deze missie mislukte. Het zat er niet anders op dan om dit aan Dirk Keimpes te vertellen en in de nacht hierna kwam IJtsma stiekum bij van der Meer aan huis met het verhaal. Deze deed hiervan aangifte bij de Vrederechter van het Kanton Buitenpost en zo stond IJtsma ruim vijf maanden later, op 10 mei 1826, voor zijn rechters in Leeuwarden. Er waren een drietal getuigen opgeroepen, die de beklaagde en zijn gevangene op de dag van het transport naar Leeuwarden hadden gezien. Eén en ander ging nog te voet.

Jilles Ate Tjoelker (27), winkelier te Augustinusga, moest op die dag ook naar de Friese hoofdstad en was voor de gezelligheid tot Tietjerk met het tweetal meegelopen. Hij had toen gezien “dat de gevangene ongeboeid en ongebonden was en dus los medeliep”. Verder viel het hem op dat de Buitenposter veldwachter “wat ligt in het hoofd was”. Het was een hele voettocht naar Leeuwarden en het lag dan ook voor de hand dat er eens moest worden uitgerust. Dit gebeurde bij Hendrik Heikamp (43), tapper onder Bergum. Deze verklaarde voor de rechtbank dat IJtsma “bij hem wel een borrel gedronken had, maar niet gezegd kon worden dat hij beschonken was”. Hierna werd de reis voortgezet, maar vlak voor de stad nam Dijkstra de benen, die blijkbaar de logeerpartij daar niet zag zitten. IJtsma rende achter zijn gevangene aan en riep de hulp in van de schipper Hidde Heins Hiemstra (52), die daar met zijn schip lag. Deze verklaarde “dit evenwel niet te hebben gedaan, daar hij zo hard niet konde lopen”.

IJtsma, die was aangeklaagd voor het laten ontvluchten van een gevangene, werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 maanden. Voor welk feit Douwe Thomas Dijkstra was opgepakt, viel niet te achterhalen. Het liep echter wel tragisch met hem af, want nog in het zelfde jaar van zijn veroordeling, op 5 november 1826, stierf hij in de infirmerie (ziekenhuis voor militairen) te Harderwijk. Dijkstra was toen nog maar 29 jaar oud. In de overlijdensakte kunnen we lezen, dat hij werd geboren te Drogeham en “fuselier was bij de eerste divisie van het algemeen depot der Landmacht in het garnizoen.