De sloop van de eeuwenoude voormalige boerderij in oktober 2002, waar nu het bouwbedrijf van Jurjen de Haas en echtgenote is gevestigd, was de aanleiding om weer eens in de archieven te duiken met het doel iets van de historie van het pand en de eigenaren op te sporen. Voor een nieuwe woning op dezelfde locatie aan het adres West 80, is inmiddels de bouwvergunning verleend.

"De geheele uitgestrektheid des dorps bevat 53 stemdraagende plaatsen". Dit schreef de auteur van het boek 'Tegenwoordige staat van Friesland' in 1789 bij de behandeling van het dorp Buitenpost. Wat dit betekende, zal hierna uit de doeken worden gedaan. De floreenrente, een grondbelasting, is reeds in het begin van de 16e eeuw ingevoerd. Deze belasting werd opgetekend in de floreenkohieren, die beginnen in 1700 en doorlopen tot 1858. In de laatste kohieren staan ook de kadasternummers, zodat het in principe mogelijk is van elk floreenplichtig goed de geografische ligging te bepalen. Hierdoor was het mogelijk om de locatie van de plaats in het West op te sporen. De floreenkohieren vermelden van elk perceel de eigenaar, de gebruiker, meestal de grootte en de naastliggers met het verschuldigde belastingbedrag. Tot de floreenplichtige percelen behoorden normaal gesproken ook de stemdragende zaten; deze gaven hun eigenaar bevoegdheid om te stemmen in dorps- en grietenijzaken, bijvoorbeeld het beroepen van een predikant en de benoeming van een schoolmeester. Hiervan bestaan afzonderlijke lijsten, de stemkohieren, waarvan de oudste in het jaar 1640 werd opgemaakt. Wanneer bijvoorbeeld een bepaald persoon in Buitenpost eigenaar was van 10 stemdragende percelen mocht deze 10 stemmen uitbrengen in een vergadering van floreenplichtigen, waarin over zaken moest worden gestemd. Dus bij veel bezit had men ook veel macht.

Ouderdom gebouw

Bij het aanschouwen van een dergelijk oud pand wordt vaak de vraag gesteld: "Wanneer zou het zijn gebouwd?". Om dit aan de weet te komen is praktisch ondoenlijk. Bouwvergunningen waren destijds nog niet nodig. Wel was in het stemkohier van 1640 te vinden dat op de huidige plek een 'Schuure' stond. Of dit gebouw nu nog (voor een deel) bestaat, kunnen we niet van uit gaan. Het pand is in de loop der jaren vele malen inwendig verbouwd en de originele bouwelementen zijn bijna allemaal verdwenen. De plaats van de koestal was nog aan te wijzen. Onder een vloer in molkenkelder kwam een gemetselde regenwaterput tevoorschijn, van binnen afgedekt met groene estrikken en door middel van gele klinkers in toogvorm opgetrokken. In de kapconstructie waren nog dikke vierkante balken aanwezig, die deden denken aan een bouwperiode uit het begin van de 18e eeuw. Dergelijke balken zijn ook nog te vinden in oude kerktorens. Volgens een deskundige zou het bouwjaar omstreeks 1740 liggen. Bij raadpleging van gegevens uit het kadaster valt op te maken dat er in 1923 een gedeeltelijke sloop plaatsvond. In dat jaar werd het achterste stuk van de romp voor het grootste deel weggebroken. In de tweede helft van de 20e eeuw bracht men een nieuwe voorgevel aan met een andere indeling van de raampartijen. Omstreeks 1945 zouden er drie gezinnen tegelijkertijd op het adres hebben gewoond.

Structuur van het landschap

De dorpsgebieden in de gemeente Achtkarspelen vertonen een strookvormige kavelstructuur aan de weerszijden van de doorgaande hoofdwegen. Hierlangs liggen over de gehele lengte boerderijen op min of meer regelmatige afstand van elkaar. Voor het merendeel strekken hun landerijen in een rechte lijn naar voren en naar achteren op. Zo was dat ook het geval met de betreffende boerderij. In de 19e eeuw was deze situatie hier nog zeker aanwezig. Op het bijgeplaatste kaartje is de verkaveling in lange stroken duidelijk waar te nemen. De landerijen die bij de plaats hoorden, liepen vanaf de weg in zuidoostelijke richting tot aan de Zwadde en naar het noordwesten tot aan de Buitenpostervaart ter hoogte van de 'Overzet', waar nu de flapbrug in de Oudedijk ligt.

Voorname eigenaren

Aanvankelijk kwamen de eigenaren uit de rijke en voorname geslachten, die in de 17e, 18e en 19e eeuw in Buitenpost en daar buiten woonden. Ze hadden een pachter op de boerderij, die in de archieven worden aangeduid met een 'meijer', 'bruiker' of 'gebruiker'. De bezittende families woonden zelf in hun riante onderkomens op een andere plek. Het waren klinkende namen die men droeg, zoals van Haersma, van Haersma de With, van Scheltinga, van Bouricius enzovoort. Leden van deze families trouwden vaak met elkaar en de stemdragende plaats nr. 49, die in de loop van de tijd van eigenaar wisselde, bleef in de familie. Het ligt voor de hand dat men in het bezit kwam door vererving. Eerst na 1922 kwam 'het huis met erf', zoals dit bij het kadaster staat ingeschreven, in het bezit van diverse personen met minder geld en aanzien. De bijbehorende landerijen zijn dan al in andere handen overgegaan. Zoals eerder werd verteld komt de historie van de 'Schuure' voor onder nr. 49 van het stemkohier uit 1640 en Wytske Boelens is dan de eigenaar. Het geslacht Boelens woonde op de Boelensstate in Buitenpost op de plek waar nu de meubelwinkel van Kapenga aan de Voorstraat is gevestigd. Drie leden van deze familie zijn in de 17e eeuw achtereenvolgens grietman van Achtkarspelen geweest. Ze bezaten ook veengronden in de buurt van het huidige dorp Boelenslaan, dat hierdoor in 1922 de naam kreeg. Het stemkohier van 1698 vermeldt bij nr. 49 het volgende in verband met het bezit: "Dr. Faber, 1/6 part, de kinderen van hopman Gaikema, waarvan de makelaar Hendrik Goedenburg curator is, mede voor 1/6 en de soliciteur Menardi te Groningen, ieder voor part".

huis West 49 op de kaart van Eekhoff 1850

Het huis West 49 is op deze kaart van Eekhoff uit 1856 met een pijl aangegeven

Bezit periode 1700-1832

In de floreenkohieren staat het perceel onder nr. 20. Deze registers lopen van 1700 tot 1858 en werden iedere tien jaar opnieuw beschreven.

In 1728 staat er bij nr. 20: "Vrouw Wissckien van Scheltinga, weduwe Bouricius, eig., Lammert Ridsers, gebruiker, Sathe Lands, vrouw Bouricius self ten Westen, de Swadde ten Noorden, de Heereweg ten Suiden, de heer Cornelius van Scheltinga ten Oosten, belast met Wytske Boelens, 7 pondemaat, 8-26-0". Dit te betalen belastingbedrag blijft steeds gelijk. Op de hoek Voorstraat/Kuipersweg stond vroeger de Scheltingastate, omringd door een gracht. Lieuwe van Scheltinga was van 1653 tot 1670 grietman van Achtkarspelen. Over de Scheltingastate en de Scheltinga's is verder weinig bekend. Wel weten we dat een lid van de familie, namelijk Leonardus Epeus van Scheltinga in 1787 eigenaar werd van de buitenplaats 'Oosterburen' in Augustinusga, waar hij in 1795 met zijn gezin kwam wonen. Ook leden van de familie Bouricius zaten er in 1749 warmpjes bij. In een belastingregister van dit jaar kunnen we lezen dat de generaal en de ontvanger Bouricius voor grote bedragen, te weten ruim 114 en 222 caroliguldens. De hoogst aangeslagene, één van de grietmannen van de familie van Haersma, moest 286 caroli guldens betalen. In 1748: Nog dezelfde eigenaar, maar Oene Gerrits pacht dan 'de Sathe Lands', dat wil zeggen de boerderij met land.

  • In 1768: Eigenaar: Cornelis Martinus van Haersma (1729-1795), gebruiker: Tamme Tjalles. Deze van Haersma was gehuwd met Wiskjen van Bouricius.
  • In 1798: Eigenaar: Jonkheer mr. Daniël de Block van Haersma de With (1732-1814) en Egbert Eerdes is de pachter. Volgens de personele kohieren, een soort vermogensbelasting, was het vermogen van de jonkheer in 1790 ruim 35.071 caroli guldens. Die had dus ook geen klagen.
  • In 1818: Onze jonkheer was nog de bezitter, maar Lodewijk Minzes Eskens pacht dan de boerderij. Per 1 oktober 1816 werd Eskens benoemd tot lid van de grietenijraad van Achtkarspelen. Hij heeft een vrij lange tijd op zathe 49 gewoond, want in belastingregisters van 1809 en 1826 komt zijn naam voor.
  • In 1828: Eigenaar: Catharina van Haersma, weduwe van Jan Minnema de With, geboren in 1764. Eskens was nog pachter.

Bezit periode 1832-1921

Eigenaar van 1832-1863: Daniël de Block van Haersma de With. In 1848 was volgens het floreenkohier: "Frederik Jans Hulshoff, bruiker van de Zathe Lands, kadastraal groot 20 bunder, 25 roeden en 20 el".