De meeste mensen die nu in Buitenpost wonen, realiseren zich waarschijnlijk niet dat er ooit een molen heeft gestaan. Alleen de ouderen en dan alleen de echte autochtonen zullen het zich herinneren en zij weten dat de Molenstraat naar deze molen is genoemd. Voor het appartementencomplex De Molenhof aan de Molenstraat, staat een grote molensteen. Voor deze monumentale steen staat een bordje, waarop men kan lezen dat op die plaats een achtkantige pel- en korenmolen heeft gestaan van 1755-1947. De laatste molenaar was W.M. van Dop.

foto van de korenmolen in verval in 1946 In werkelijkheid was Van Dop de eigenaar van de molen, maar de beheerder/molenaar was sinds 1945 Antoon Hoekstra. Deze Hoekstra had een paar zonen, waarvan de nu in Surhuisterveen woonachtige Jurjen er één was. In 1947 veroorzaakte Jurjen in een bijgebouw een grote brand. Hij was toen 5 jaar oud en speelde met lucifers. Bijna had Jurjen het leven gelaten bij de brand; hij werd op het nippertje gered door Daan, die arbeider was bij boer Mulder aan de Voorstraat.

“In 1947 was de kap van de molen al in verval. (Foto rechts) De wieken werden toen niet meer gebruikt. Het malen gebeurde toen door een machine”, vertelt Jurjen Hoekstra, die we opzochten in Surhuisterveen. Veel van de werkzaamheden, zoals die toen werden verricht, herinnert Hoekstra zich niet meer. Hij was toen nog een kind, maar de brand heeft toch een diepe indruk op hem gemaakt, die hij zich tot op de dag van vandaag nog goed voor de geest kan halen. “De mensen raakten helemaal in paniek. Mijn moeder sleepte een ouwe stilstaande klok, die niks meer waard was, naar buiten en anderen scheurden de gordijnen in paniek voor de ramen weg. Later werden deze kapotte gordijnen niet door de verzekeringmaatschappij vergoed, omdat het woonhuis niet in brand had gestaan”, aldus Hoekstra.

Volgens Hoekstra staat de molensteen niet op exact dezelfde plaats waar de molen vroeger stond. “Iets verder richting Voorstraat”, vertelt hij. “In 1963 werden de laatste restanten van de molen verwijderd en liet de woningstichting SWA daar een gebouw neerzetten.” De SWA verhuisde later naar de Zwanebloem; het gebouw aan de Molenstraat werd afgebroken en op die plaats staat nu het appartementencomplex. Hoekstra was in 1963 al lang vertrokken naar Surhuisterveen. Van zijn buitenposter tijd herinnert hij zich nog goed de school. “Het gebouw staat er nog”, weet hij, “Dat is nu het Koartling. Ik was in die tijd zo’n belhamel dat de meester me soms vastbond op de stoel, anders was ik via het open raam naar buiten gekropen”. Wat schoolgaan betreft ging het in Surhuisterveen geen haar beter. Vader Hoekstra geloofde het na een paar jaren wel en stuurde de jonge Jurjen naar hoefsmid Henstra in Doezum. Daar leerde Jurjen op jonge leeftijd hoefijzers onder paardenhoeven te slaan. Zijn beroep werd het niet, maar hij werd er wel een stuk rustiger door.