oud stationschef Top Het leek de redactie wel aardig om eens aan oud-spoorwegmedewerkers te vragen om in deze krant over hun ervaringen te vertellen. Wij vonden dhr. Top bereid dit te doen. Hieronder volgt zijn relaas.

“Een korte terugblik op onze ‘Buitenpost-periode’ bracht veel herinneringen bij ons boven. Blijde en ook minder mooie herinneringen. Het was in 1961, dus bijna 50 jaar geleden, dat we overgeplaatst werden van Hardegarijp naar Buitenpost. Een verhuizing zonder vergoeding van verhuiskosten, omdat deze overplaatsing op eigen verzoek was. Ja, zo ging dat toentertijd bij de Nederlandse Spoorwegen. Zo waren er meer bijzondere dingen bij de NS. Eén merkwaardige gebeurtenis was bijvoorbeeld toen ik in het jaar 1942 bij de NS solliciteerde. Ik moest mij melden op het stationskantoor in Groningen. Daar werd mij een boekwerk voorgelegd en moest ik een artikeltje overschrijven. Waar diende dat voor? In de Spoorwegwet stond geschreven dat elk personeelslid bij de NS moest kunnen lezen en schrijven. Doordat ik dit artikeltje had overgeschreven, had ik bewezen dat ik aan de gestelde eisen voldeed!”

Ons verblijf op het station in Buitenpost

"Het station was mij niet geheel onbekend, daar ik er jaren eerder reeds vaak vervangende dienst had gedaan. Destijds had ik standplaats Zuidbroek. Ook de personeelsleden van toen, Bouke Postma en Rinze Metzlar waren geen onbekenden voor mij. Zij behoorden eigenlijk tot de inventaris van dit station. Ik geloof dat zij beiden hun hele diensttijd Buitenpost als standplaats hebben gehad. Dan waren daar ook Germ Hogendorp en Gerrit Elzinga, die later werden vervangen door Henk Olijve en Luut de Vries. De onderlinge verhoudingen en samenwerking zijn altijd goed geweest. Ook onder de echtgenotes, die samen heel veel zijn uitgeweest en overal heen reisden. De Buitenpostperiode is voor mij (ons) misschien wel de mooiste periode in mijn spoorloopbaan geweest. We woonden graag in Buitenpost, voelden ons daar thuis. Hoe is dat mogelijk dat wij als geboren Grunnigers ons zo thuis voelden in Fryslân. In Hardegarijp hadden we al iets van de Friese taal opgestoken en toen we in Buitenpost al heel gauw kennis maakten met de familie Wiersma van het K.I.-station werd door hen, op ons verzoek, alleen Fries gesproken en dan leer je het wel. Vandaar dat ik dominee Wiersma van Kollum kon helpen aan een ‘hin en weromke Ljouwert’. Moeilijk bleef wel het Fries voor ‘een hele en een halve’ (hiele en heale) en voor zaterdag en zondag (sneon en snein).”

Het stationsgebouw en omgeving

het stationsgebouw“Het woonhuis boven het station was wel heel erg groot! Mijn vrouw moest van de keuken naar de kamer ongeveer 20 meter lopen en dat heel wat keren per dag. De slaapkamers waren eveneens groot. Boven de woning was een heel grote zolder met op de uiteinden een kleinere slaapkamer. De ene slaapkamer zag uit op de Wouden en de andere had een vrij uitzicht richting Groningerland. Op deze zolder hebben onze kinderen met vriendjes en vriendinnetjes heerlijk kunnen spelen. In de afgelopen winter hebben we veel sneeuw gehad. Maar ook in de periode waar ik het nu over heb, de jaren ’60, was er veel sneeuw wat wel eens tot lange diensten heeft geleid. Ik herinner mij nog goed dat in een strenge winter met veel sneeuw en ijs gasbuizen moesten worden gelegd van Slochteren in Groningen naar Friesland. Er werd dag en nacht gewerkt en ook de Kerstdagen werd er doorgewerkt. In dezelfde winter waren door harde regen en tevens strenge vorst alle wissels, draadgeleidingen en seinen vastgevroren. Door tijdig ingrijpen was door het personeel wissel 1 (zijde Zwaagwesteinde) ‘voor krom’ gelegd en wissel 13 (zijde Visvliet) ‘voor recht’. De treinen van Leeuwarden kwamen zodoende aan langs het eerste perron en de treinen van Groningen langs het tweede perron. Alle reizigers moesten dan overstappen en de beide treinen keerden terug naar Leeuwarden respectievelijk Groningen. Dat heeft enige dagen geduurd. Met behulp van personeel van ‘Weg en Werken’ werd alle ijs en sneeuw verwijderd waardoor de dienstregeling weer normaal werd uitgevoerd. Veel boeren uit de omgeving hebben nog wel eens baat gehad van werkzaamheden bij de NS. Eerst werd het watergebouw afgebroken. Het puin werd gratis afgevoerd door de boeren die hiermee hun dammen en zandwegen verhardden. Later werd ook het grind in spoor 1 vernieuwd en werd het oude grind weer door de boeren afgevoerd met hetzelfde doel. Na mijn tijd is ook het station afgebroken. Waar dit puin is gebleven, weet ik niet. Wél weet ik dat er in een oude kelder heel veel rode plavuizen zaten. Ook is er door die afbraak een kapitaal aan hout losgekomen. Allemaal Amerikaans grenen. Maar dit was na mijn tijd. Gelukkig was er in die periode nog geen sprake van overvallen en berovingen op de stations. Wél werden er soms fietsen ‘geleend’ uit de rijwielstalling, die veelal op een andere plaats werden teruggevonden in de buurt van de overweg en soms werden opgevist uit het water van de sloot langs de Stationsstraat.”

Overplaatsing vanwege afschaffing functie

“Dan komt er een tijd van reorganisatie bij de Nederlandse Spoorwegen. De functie van stationschef verdween. De groepschefs kwamen ervoor in de plaats. Mijn chef-functie werd als eerste opgeheven en ik werd verplaatst naar Leeuwarden en later benoemd als groepschef in Harlingen. En zó eindigde onze periode in Buitenpost. Na standplaats Harlingen, volgde Meppel en na reorganisatie aldaar, volgde station Zwolle, vanwaar ik met pensioen ging. Dat is inmiddels 25 jaar geleden.”