“Ons BUVO-feest zal slagen...als gij allen meewerkt. In de oorlogsjaren werkten we allen samen als één man. Dat kan ook nu nog! Toont Uw goede wil, in woord en daad. Laat uitlatingen achterwege die anderen kunnen kwetsen en hinderen” (citaat uit de feestgids).
Na de tweede wereldoorlog pakte men in Buitenpost de draad weer
op en was het weer mogelijk om feest te vieren. In de oorlogstijd
was dit niet aan de orde geweest. Het belangrijkste evenement van
het feest was een tentoonstelling met ruim 60 standhouders. In het
tentoonstellingsbestuur hadden zitting: K. de Vries, P.W. Postma,
J.S. Zijlstra, G. Noordhof, B. van der Meulen en G. Kamstra.
In de BUVO-gids (kosten f 0,25) waren uiteraard de namen van de
deelnemers te lezen en daarnaast het feestprogramma op 18, 19, 20
en 21 september 1946. Namens het bestuur schreef P.W. Postma, die
een zaak had aan de Voorstraat in “Manufacturen, Bedden, Dekens en
Woninginrichting” het voorwoord. Hij bracht onder meer naar voren
dat “dit de eerste maal' was dat een dergelijk grootsch opgezette
onderneming door de plaats Buitenpost onder de aandacht werd
gebracht”. ‘s Avonds waren er optredens van de gezelschappen Tetman
de Vries en Barend van der Veen (voorheen Barend en Matsje) met
respectievelijk de toneelstukken ‘de tiid haldt gjin skoft’ en
‘Rebekka’. Het programma vermeldde verder een allegorische optocht,
optreden van een “Goochelaar en Buikspreker” voor de kinderen in de
feesttent en bovendien nog een “Knalavond met het gezelschap ‘de
Co-Optimisten’, een avond van beschaafd Amusement en 100%
Humor”.
Een onbekende dichter schreef zelfs een BUVO-gedicht. Het
eerste couplet luidde als volgt:
“Door Handel, Industrie en
Ambacht
Werd hier de ‘BUVO’ opgericht
En door hun hechte samenwerking
Zag ook dit vierdaagsch feest het licht
Winkelier en Ambachtsman
Fabrikant en Burgerman
Ieder werkte mee en gaf zijn tijd er an”
Refrein:
“Dus allen naar de ‘BUVO’
Ons dorp vooruit, dat moet zoo
We helpen allen mee en zijn tevree
De ‘BUVO’ slaagt, het is O-ké”.
Het gedicht kon eventueel worden gezongen op de wijze van ‘De dochter van de ezeldrijver’, enzovoorts. Wie zou dit edele lied nog kunnen zingen?
Een verslag uit de Leeuwarder Courant van 7 september 1946
(Bibu-0202)
(@copyright: www.binnenbuitenpost.nl - 2015)