De bodem van de gemeente Achtkarspelen in zijn huidige verscheidenheid naar grondsoort en topografie (opsomming van de natuurlijke en kunstmatige kenmerken van een landstreek of terrein) is ontstaan in twee geologische tijdvakken namelijk het pleistoceen en het holoceen. Geologie is aardkunde, de ontwikkelingsgeschiedenis van de aardkorst en van de processen die zich erin afspelen. Pleistoceen en holoceen zijn eeuwenoude perioden waarin allerlei gesteenten zich vormden. In nog weer oudere tijden maakte het gebied van Achtkarspelen deel uit van de delta van de Rijn en de Maas. Gedurende het pleistoceen kwam dit gebied onder invloed van een viertal ijstijden. Tijdens de derde of Riss-ijstijd werd een groot deel van Noord-Nederland met landijs bedekt. De gletsjers die hiervan deel uitmaakten, drongen ver landinwaarts en veroorzaakten opstuwingen van de ondergrond en afzetting van sedimenten (neerslag, bezinksel, gesteente uit water of lucht door ijs).

aardlagen zichtbaar bij aanleg rondweg ten zuiden van Buitenpost

Tijdens de aanleg van de rondweg zuid-oost ten zuiden van Buitenpost werden diverse aardlagen door het graafwerk zichtbaar gemaakt.

Bodem en landschap van Buitenpost

De keileem, die ook op verschillende plaatsen onder Buitenpost voorkomt, is een voorbeeld van een dergelijke afzetting. Het bevat veelal zand en stenen van diverse grootte. De volgende en laatste ijstijd, het Würm, werd gekenmerkt door barre klimaatsomstandigheden. Er heerste een toendra-klimaat, waarbij de ondergrond tot vrij grote diepte permanent bevroren was en er zware stormen optraden, die met grote hoeveelheden sneeuw ook veel zand verplaatsten. Op hogere delen, zoals de Friese Wouden, werd het oudere dekzand afgezet. In de lagere gebieden werd eveneens zand gesedimenteerd, waarbij water in één of andere vorm invloed uitoefende. In het op het pleistoceen volgende tijdvak, het holoceen, werd de bodem gevormd zoals deze nu aan of bij de oppervlakte voorkomt. Tengevolge van de geleidelijke stijging van de temperatuur, steeg de zeespiegel, waardoor de zee de mogelijkheid had zich uit te breiden over een groot deel van het reeds vroeger ontstane veengebied. Een deel van het veen werd weggeslagen door de stroming van het water. In het zo ontstane milieu kwamen eerst de grovere materialen tot bezinking. Naarmate de invloed van eb en vloed afnam werden ook fijnere deeltjes afgezet. Het gevolg hiervan was dat het veen bedekt werd met een soms metersdikke laag zee-afzettingsmaterialen. Hierdoor kwam plantengroei op gang en vond er veenvorming plaats. De toenmalige bewoners van dit gebied gingen zich tegen de zee beschermen door het aanleggen van dijken, waardoor er geen afzetting van zand en klei meer plaatsvond.

kaartje met grondsoorten in Friesland

Een kaartje waarop de verschillende grondsoorten in Friesland zijn aangegeven.

Bodem en landschap van Buitenpost

Buitenpost is gelegen aan de rand van het zandgebied in een overloop van zand naar klei. Het zandgebied valt vrijwel geheel samen met de Friese Wouden. Dit gebied behoort in feite tot de westelijke helling van het Drents Plateau, die een natuurlijke waterafvoer heeft via een aantal noordoost-zuidwest lopende stroompjes. Grote hoogteverschillen komen niet voor. De hoge zandgronden, die slechts over een kleine oppervlakte voorkomen ten noordwesten van Buitenpost, bieden over het algemeen ruime mogelijkheden met weinig of geen beperkingen voor woningbouw. De eveneens in het noordwesten aanwezige middelhoge zandgronden hebben beperkte mogelijkheden met matige of sterke beperkingen in verband met de in de ondergrond aanwezige keileem, niet dieper dan 120 cm beneden het maaiveld. De zogenaamde gebroken kleigronden, alsook de kalkrijke jonge zeekleigronden zijn in dezelfde categorie ondergebracht. Door een goede ontwatering zijn genoemde gronden voor de woningbouw geschikt te maken. De kalkarme jonge zeekleigronden, die over een veenpakket zijn afgezet, hebben door het veelal op geringe diepte voorkomen van het veen weinig draagkracht (hoge grondwaterstanden) en geven beperkte mogelijkheden. Het landschap rond Buitenpost vertoont nog een nauwe samenhang met de bomen, het reliëf en de waterhuishouding. De oost-, zuid- en zuidwestzijde van het dorp worden gekenmerkt door een grote openheid. Hierin komt wel beplanting voor, maar de gebieden zijn niet duidelijk begrensd. Op plaatsen met hoge grondwaterstanden komt een min of meer moerassige begroeiing voor van zwarte els, wilg en populier met veel zeggesoorten. Aan de west- en noordwestzijde van het dorp vertoont het landschap de invloeden van de Friese Wouden. Het vormt als het ware de overgang naar het open landschapstype. Dit heeft tot gevolg, dat daar een grote verscheidenheid aan planten en dieren voorkomt. Opvallend is de kleinschaligheid, die wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van veel bomen en houtwallen. Op de vochtige gronden bestaan deze voornamelijk uit zwarte els, terwijl op de drogere gronden veel inlandse eik voorkomt, plaatselijk gemengd met es, meidoorn en wilg. De aanwezigheid van deze beplantingen maakt het gebied zeer aantrekkelijk. Gezien het omliggende landschap zal bij de uitbreiding ten behoeve van de woningbouw rekening moeten worden gehouden met belemmeringen, teneinde waardevolle landschappelijke elementen te kunnen behouden.

Slot

Zo kunt u eens nagaan hoe Buitenpost zich ontwikkeld heeft en welk soort grond u onder de voeten hebt en of uw huis een rotsachtige bodem kent of op zand of een nog andersoortige grond gebouwd is. U ziet: de (ijs)zee heeft genomen en gegeven.