sportverslaggever bij Omrop Fryslân

Freark Wijma, 37 jaar, zet elke ochtend de televisie aan op de teletekst-sportpagina. Voor zijn werk als sportverslaggever bij Omrop Fryslan, is het namelijk belangrijk dat hij op de hoogte blijft van wat er zoal binnen de sportwereld gebeurt. Ook de sportpagina´s van de dagbladen neemt hij uitgebreid door. Maar Frearks interesse is zeker niet alleen beroepsmatig.

Freark Wijma interviewt een Heerenveen speler

“Sport was altijd mijn hobby al. Op de basisschool was gymnastiek mijn passie. ‘s Winters gingen we schaatsen, ‘s zomers polsstokspringen en we voetbalden altijd met de hele buurt. Vanaf mijn achtste heb ik gekorfbald. Ook zat ik op fierljeppen, dat is een zomersport. Na het korfbalseizoen begon het fierljeppen en als dat afgelopen was, kon ik weer korfballen. Om sportverslaggever te worden, is het ook wel een voorwaarde dat je een passie voor de sport hebt. Ik kan me in de sporter inleven, maar ook in de trainer, omdat ik het CIOS gedaan heb. Ik ben benieuwd hoe anderen dat beleven. Ik ga bijvoorbeeld vaak vrijdags naar de training van SC Heerenveen, met de bedoeling een vooruitblik te maken naar het weekend: wat is de opstelling, zijn er geblesseerden, zijn er andere bijzonderheden. Ik vind het machtig interessant om te zien hoe ze dingen waar ze op trainen, in de wedstrijd uitvoeren. Elke sport heeft zijn eigen doelstellingen. De sporter moet zichzelf verbeteren, dat gaat altijd met vallen en opstaan. Dat proces boeit mij heel erg.”

Ambitie
Zelf heeft Freark dat proces ook doorgemaakt. Toen hij acht jaar was, werd hij lid van korfbalvereniging Flamingo´s. “Ik wilde zelf graag voetballen, maar van mijn vader moest ik eerst maar een jaartje korfbal proberen. Daar ben ik toen in doorgegaan. Vanaf de pupillen tot de senioren speelden we steeds met dezelfde mensen. Je raakt dan heel goed op elkaar ingespeeld en op een gegeven moment hebben we heel veel kampioenschappen behaald. Toen speelden we op het één na hoogste niveau van Friesland.” Of het nu voetbal of korfbal was, Freark was vastbesloten om goed te worden. “Ik ben zelf altijd heel ambitieus geweest. Ik trainde alle dagen. We hadden een korf in de tuin en dan gingen we elke dag even schieten. Ik had er alles voor over.” Zo kwam hij in het Fries juniorenteam terecht; het betekende wel wat als je daarvoor geselecteerd werd. Op de middelbare school veroverde hij zich niet alleen een plaatsje in het schoolkorfbalteam, maar ook in het voetbal-, volleybal- en het basketbalteam. Tijdens zijn studie aan het CIOS in Heerenveen, kwam hij daar bij korfbalvereniging ‘Blauw Wit’ terecht, waar hij een tijd in het eerste speelde en later in het tweede. “Echt fanatiek kan nu niet meer. De leeftijd speelt mee en ik heb een blessure aan mijn enkel gehad. Als ik even stevig bezig ben, dan heb ik al last. Het hoge niveau kon niet meer, daar moet je dan afscheid van nemen.”

Hobby
Al snel kwam er een andere hobby. Na het CIOS en de militaire dienst, als sportinstructeur, stond het sporten even op een laag pitje. “Ik dacht toen: volgens mij is er wel meer te beleven op de wereld. Ik heb me bij een uitzendbureau ingeschreven en van alles gedaan. Ik deed ook een cursus techniek en we hadden een oefenproef solliciteren. Je moest op een echte baan solliciteren. Mijn docent kwam toen met een advertentie voor een Audiovisuele baan. Ik ben daar op gesprek geweest en werd ingeloot, wat mijzelf welverbaasde. Met nog drie anderen maakten we filmpjes voor een bedrijf. Toen in 1994 Omrop Fryslân werd opgericht, konden we daar samen zo aan de slag. Het was wel totaal wat anders dan de sport. Maar daar had ik het meeste al wel van meegemaakt.” Even uit het oog, maar niet uit het hart. Sport bleef Freark boeien en toen er een plaatsje vrijkwam op de sportredactie van de Omrop, greep hij zijn kans. “De uitdaging van sportverslaggeving is om objectief te blijven en met alle informatie die je krijgt een goed verhaal te maken. Je hebt meestal maar vijf minuten zendtijd, terwijl bijvoorbeeld een voetbalwedstrijd negentig minuten duurt. Het is dan de kunst om juist die momenten te kiezen die een goed beeld van de wedstrijd geven, zodat de mensen die de wedstrijd gezien hebben, zeggen: ja, dit klopt. En het verveelt nooit. Ik kan dit werk nog heel lang doen. Ik ben in de gelukkige omstandigheid, dat ik van mijn hobby mijn werk kon maken. Dit werk is heel breed. Je komt op heel verschillende terreinen en heel verschillende typen sport. Je maakt veel mee.”

Emotie
Zelf is Freark ook nog actief in de sport. Hij doet ’s zomers mee aan de Iepen Fryske Kampioenskippen Skûtsjesilen. Maar behalve deze stoere, typisch Friese sport, beoefent de Buitenposter ook de sport waarmee hij groot geworden is. “Je moet zelf ook wat bewegen om fit te blijven.” Dat doet hij bij zijn vroegere club Flamingo´s, een club die volgens Freark veel te bieden heeft. “De vereniging heeft een belangrijke functie. Het is een plaats waar de jeugd zich thuis voelt. Ze organiseert ook veel evenementen om het korfballen heen, en ik denk dat je het daarin zoeken moet, wil je als sport overleven. De binding met de club wordt dan beter en dan ontstaat er wat. Van de huidige juniorengroep is al een aantal spelers jeugdtrainer, ze komen vaak bij het eerste te kijken en ze zijn fanatiek. Ze zijn een keer uit zichzelf met zijn allen naar een wedstrijd van NIC, een hoofdklasser, geweest. Dat hoge niveau willen ze zelf ook. Je ziet duidelijk een prestatiecurve in de vereniging.” Zelf een ambitieuze sporter, kan Freark deze prestatiegerichtheid van de jongeren wel waarderen. “Ik vind het mooi als mensen gepassioneerd zijn, in combinatie met sport. Ik versla ook liever wedstrijden van hoog niveau. Het moet op het scherpst van de snede gaan. Bij de inwijding van het kunstgras van SC Cambuur werd er een vriendschappelijke wedstrijd tegen SC Heerenveen gespeeld. Dan denk ik: waar gaat het om. Dat vind ik dus minder boeiend. Hoe hoger de spanning, hoe mooier ik het vind. Een klein dingetje in de wedstrijd kan soms het verschil tussen geluk en verdriet bepalen. Dat spanningsveld vind ik machtig. Sport is emotie.”