zand, zee en vier maanden vogels kijken op Rottumeroog

Vanuit zijn woning kijkt Johan Prins uit over de groenzoom voor de rondweg om Buitenpost. Dit uitzicht zal hij de komende vier maanden niet veel meer zien. Op 8 april vertrekt hij naar een bijzondere plek in Groningen: het eiland Rottumeroog.

Johan Prins (2e van links) op Rottumeroog

Johan Prins gaat niet zomaar naar Rottumeroog, vier maanden lang zal hij er wonen als vogelwachter. Het is een bijzonder eiland omdat het heel klein is. Met hoog water is het twee kilometer lang en maar een paar honderd meter breed. Johan vertelt: “Rottumeroog is een ‘artikel-16 gebied’. Van april tot en met september is het helemaal gesloten voor iedereen. Wadlopers lopen wel langs het eiland maar mogen er niet op. Scheepvaart en vliegtuigen mogen niet in de buurt komen, en er mag ook niet gevist worden. Het is dus écht gesloten.”

Woeste zee
Sinds 1978 komen er elk jaar vogelwachters op het eiland. Daarvoor werd het eiland bewoond, onder andere door meerdere voogden zoals Hendrik Toxopeüs. Johan: “Toxopeüs heeft er een boerderij gehad met dieren en een tuin. Er werd van alles aangeplant en verbouwd. Het is dus wel een eiland met geschiedenis. Lang hebben ze geprobeerd het eiland te behouden omdat het historische waarde heeft. Met duinversteviging werd geprobeerd het water te weren, maar de zee was te sterk en slokte het eiland op. Toen zijn de huizen, waaronder de voogdwoning, afgebroken. Staatsbosbeheer heeft daarna besloten dat het eiland maar aan de natuur moest worden overgelaten”.

Grote hobby
Op mijn 18e ben ik in contact gekomen met een vogelwerkgroep in het Westerkwartier. Toen is eigenlijk alles in een stroomversnelling gekomen. Ik ontmoette mensen van Staatsbosbeheer en begon vrijwilligerswerk te doen: inventarisatie van natuurgebieden op vogels. Dat doe ik nu al een aantal jaren. Ik ging ook wel eens een dag naar het eiland om een telling te doen. Vanaf 1995 soms ook een weekend; dan ging ik met een boswachter van Staatsbosbeheer mee. Ik ken het eiland dus al langer. Op een gegeven moment zag ik de vacature voor deze klus en hoorde dat een vriend van mij ook gesolliciteerd had. Ik belde hem wat hij er van vond als ik dat ook deed. Hij vond het prima en Staatsbosbeheer gaf de voorkeur aan een duo, zo zijn we uitgenodigd”.

Werk in de zorg
Het is eigenlijk best bijzonder dat Johan dit gaat doen. Zijn werk is nogal anders dan dat van vogelwachter: “Ja, er is nogal een verschil. Ik werk namelijk in de zorg met verstandelijk gehandicapten, maar ik ben al vanaf mijn 8e geïnteresseerd in de natuur en dan voornamelijk vogels. Ik heb getwijfeld bij mijn studiekeus: de zorg of de natuur. Ik koos voor de zorg, want dan kon ik combineren. Ik werk veel ’s avonds, zodat ik overdag tijd heb voor mijn hobby. Ik wil trouwens niet mijn hele leven in de zorg blijven en zou het prima vinden om in de toekomst toch nog een ‘natuur-baan’ te krijgen. Voor nu heb ik vijf maanden onbetaald verlof gekregen. Op mijn werk reageren ze allemaal positief, ik ben blij dat het zo kan”.

Taken van de vogelwachter
Omdat het eiland gesloten is, is het houden van toezicht één van de taken voor Johan en zijn collega Mark de Vries. “Als we zien dat mensen te dichtbij komen, kunnen we dat doorgeven en vliegtuigen die te laag vliegen moeten we registreren. Daarnaast doen we ook PR. We kunnen dan bijvoorbeeld wadlopers die langskomen informatie geven over het eiland.” Maar het voornaamste is het bezig zijn met de natuur. “Je volgt de hele natuur en telt alle nesten van de vogels. Dan gaat het vooral om de zilvermeeuw, de kleine mantelmeeuw en eiders: in totaal tussen de 1000 en 1500 nesten. We delen het eiland op in rasters door bamboestokken te plaatsen en gaan het eiland per rasterblok inventariseren. Eens per twee weken doen we ook nog een ‘hoogwatertelling’. Als het vloed wordt stroomt de waddenzee vol - vogels die op het wad voedsel zoeken gaan dan de hooggelegen stukken op. We tellen ze dan als ze op Rottumeroog rusten. Vlakbij ligt nog een ander eilandje: het Zuiderduin, daar doen we hezelfde. Dat betekent dat Mark en ik dan apart werken. We hebben een portofoon om te overleggen. Dat is nodig omdat je de vogelgroepen telt en daarbij het weer in de gaten moet houden. Het kan er echt ruig zijn. We zijn één met de natuur en moeten ons zien te redden. De communicatie moet daarom goed werken”, aldus Johan. Naast vogels houden de twee zich ook nog bezig met vlinders, libelles en 160 plantensoorten. “Ik ben geïnteresseerd in vogels, maar ik ben niet zo goed met planten. Mark juist wel, en zo vullen we elkaar aan. Het gebied is ook belangrijk voor zeehonden als rustgebied. Zij krijgen in juni hun jongen en bij het eiland moet het dan ook echt rustig zijn. Dat moeten wij waarborgen.”

Niet volledig geìsoleerd
Beiden wonen straks in een noodgebouw. Toen het er in 1999 neergezet werd was het de bedoeling dat het er een jaar zou staan, maar het is er nog. Er is een woonkamer, een keuken, drie slaapkamers en een aggregaat. “Die levert de stroom waarmee ook accu’s worden opgeladen. Het aggregaat laten we zo weinig mogelijk draaien. Er staat ook een televisie, dat is wel plezierig. Als je er zo lang met z’n tweëen bent is het wel eens lekker tv te kunnen kijken. Ook is er een computer en via de mobiele telefoon kunnen we internetten”.

Noodgebouw als thuis
Best lang, vier maanden, of niet? “Het zal niet altijd gemakkelijk zijn, maar eens per maand mag ik een weekend van het eiland af. We wisselen om de twee weken, zodat degene die op het eiland achterblijft bezoek kan ontvangen. Het is van belang dat het werk, met name de telregistratie, dan wel doorgaat. Ik denk dat ik het contact met vrienden en familie het meeste ga missen. Ik ben een sociaal persoon, kan prima alleen zijn maar wil ook graag regelmatig mensen zien. Ik zou dus nooit alleen zijn gegaan. Dan misschien twee weken, maar niet langer. Aan de andere kant ben ik totaal geen stadsmens. Ik ben meer een mens van de rust: daar kijk ik wel het meest naar uit. Je hoort niks anders dan vogels, de wind en de zee. De weekenden dat ik er geweest ben vond ik geweldig. Ook ’s nachts, want als het helder is kun je prachtig naar de sterren kijken. Het maakt je als mens heel klein als je echt in de natuur leeft op zo’n eiland in de rust. Voor mij is mijn geloof belangrijk. Je leert je plek kennen op deze aarde, je bent op jezelf aangewezen. Ik ben op zoek naar een betere relatie met God en ik hoop dat mijn verblijf op het eiland die relatie zal verdiepen. Ik kan dan namelijk niet meer vluchten in de hectiek van het leven: werk, televisie, Internet en sociale contacten. Het is niet te overzien wat vier maanden op zo’n eiland met je gaat doen. Het lijkt me moeilijk, maar ik vind het echt een uitdaging en ik denk ik het erg naar mijn zin ga hebben. De vorige vogelwachters hebben met tranen in hun ogen afscheid genomen van het eiland”.

Twee kanaries staan in een kooi voor het raam. Johan is er nog niet zeker van of de kanaries mee gaan. “Een vriend van me heeft ook vogels. Maar het is ook wel wat om iets van thuis mee te nemen.”

- link naar een interview in Dagblad van het Noorden - (mirror)