...er is steeds meer mogelijk en de mensen volgen het op de voet"

Weinig mensen gaan voor de lol naar de tandarts. Het is voor de meesten een noodzakelijk kwaad, en voor sommigen iets waar het liefst met een grote boog omheen gelopen wordt. Ook voor de verslaggever die het nuttige met ‘het onaangename’ besloot te combineren. Toch is tandarts Eddy van der Wal al 22 jaar “met veel plezier” praktizerend in ons dorp. Zijn plek in het Medisch Centrum aan de Groenkamp heeft iets van een goed geolied bedrijfje, waar het een continu en soepel komen en gaan van patiënten is. Iets wat, met opluchting, ook zelf werd ondervonden.

de tandartspraktijk

De wachtkamer is in niets meer het met gespannen mensen uitpuilende ‘zweetkamertje’ van de tandarts-aan-huis van weleer. Ruim, licht en voorzien van gedempte muziek kan er worden gewacht tot men aan de beurt is. Er staan ruim 7000 namen in de administratie van de praktijk; wat grootte betreft is het daarmee gemiddeld voor het ‘plattelandse’. Niet alleen Buitenpost wordt bediend, ook mensen uit de omliggende dorpen. Soms komen de patiënten zelfs uit het zuiden van het land. Vaak zijn dit oud-Buitenposters die ‘hun tandarts’ niet kwijt willen. De helft van het bestand is aktief, dat wil zeggen is onder contrôle. “De andere helft neemt de moeite niet, of durft niet meer”, vertelt tandarts Eddy van der Wal, “Voor een standaard-contrôle hebben we vijf minuten, Andere behandelingen worden ook qua tijd zorgvuldig ingepland. Het is voor de mensen prettig om niet lang te hoeven wachten en het maakt het tandartswerk ook efficiënter”. Het verklaart ook de werkwijze van drie gescheiden behandelkamers. Hoewel het misschien lopende-band-achtig aandoet, is het voor Van der Wal een enorme vooruitgang. “Met de hulp van mijn assistentes kan er veel meer aandacht besteed worden aan zaken die vroeger niet konden. Voorlichting, plak- en tandsteenverwijdering en een goede voorbereiding op wat er gaat gebeuren is nu mogelijk. Als tandarts houdt ik me daardoor ook veel meer bezig met het echte tandartsenwerk. Het geeft mij zeker meer voldoening”. Voor het goed functioneren van de praktijk is er een team aan mensen nodig. Naast de tandarts, is er een balie-assistente, drie preventie-assistentes en een mondhygiëniste. Samen met de praktijk van collega-tandarts Mulder werken er negen mensen. Het is ook het resultaat van de voortdurende vernieuwing en verbeteteringen in de gebitszorg. “Er is steeds meer mogelijk en de vraag van de klanten volgt dat op de voet. Niet alleen het onderhoud van het gebit maar ook ‘esthetische’ of schoonheidsaspecten worden steeds belangrijker. Veel mensen zijn kritischer geworden op hun gebit. Het is voor mij ook een voortdurende uitdaging om al die ontwikkelingen bij te benen”.

“Als tandarts ben je creatief bezig, krijg je resultaat te zien van datgene wat je doet en je kunt ook wat voor de mensen betekenen”, motiveert Van der Wal zijn keuze om tandarts te worden. “Je hebt voortdurend te maken met andere mensen, en met andere uitdagingen. Ik heb er nooit spijt van gehad dat ik dit gekozen heb”. Toch is het vak van tandarts niet populair, en is het landelijk tandartsen-tekort een steeds nijpender probleem. Dat het aandeel vrouwen in de beroepsgroep steeds groter wordt heeft daar niets aan afgedaan. Voor een tandarts met een eigen praktijk wordt er steeds meer mogelijk. “Kleine kaakchirurgie, prothese-werk en andere behandelingen die anders door de kaakchirurg gedaan zouden worden, kan ik steeds meer toepassen”. Nieuwe materialen maken het steeds meer mogelijk om sterk aangetaste gebitten te restaureren’. “Momenteel is het gebruik van implantaten, tot in het kaakbeen, in opmars”, vertelt de tandarts. Het is ook steeds meer praktijk geworden dat mensen op oudere leeftijd hun gebit laten corrigeren. “De mogelijkheden zijn vergeleken met twintig, dertig jaar terug enorm uitgebreid, en het gaat nog steeds door”. Maar niet iedereen is voor Van der Wal te behandelen. Er is een categorie mensen met extreme tandartsangst, ook Eddy maakt dit mee: “Natuurlijk proberen we iedereen zo goed mogelijk gerust te stellen en proberen zoveel mogelijk pijn en ongemak te voorkomen. Maar het komt wel eens voor dat iemand ondanks zijn en onze goede bedoelingen in de stoel zit en het niet lukt om letterlijk de mond open te krijgen”. In die gevallen wordt er doorverwezen naar een speciale praktijk in Leeuwarden of Groningen.

het personeel van de tandartspraktijk

Het is trouwens niet zo dat het gebit van de doorsnee-patiënt er alleen maar beter op wordt. “Voor volwassenen geldt dat over de laatste decennia zeker wel. Maar bij de jeugd is er ook een tegengestelde tendens te zien. Door het grote gebruik van fris- en andere dranken met bijvoorbeeld citroenzuur erin, tref ik veel meer gebitten aan met een aangetaste glazuurlaag. De introductie van fluoride en betere mondhygiëne hebben dit niet kunnen keren. En schade aan glazuur is niet te herstellen. Mensen die zuinig zijn op hun gebit moeten niet alleen de moeite nemen om regelmatig te poetsen en te flossen, maar ook hun eet- en drinkpatroon eens beter bekijken.” Er is werk genoeg dus; voor Van der Wal is dat geen probleem, “want het tandartswerk wordt voor mij nog steeds leuker en interessanter.”