sloot op 30 november 2007 de deuren

cafe Blauwverlaat aan het Prinses Margriet kanaal Op donderdagochtend om 9.00 uur word ik luidblaffend begroet door de twee Jack Russells, zoals ze elke klant die het café bezoekt begroeten, als ik het café binnenstap voor een interview. Ik schuif aan bij Geert en Minke aan de stamtafel voor de koffie, Minke zet een snijplank klaar om de selderijknol die in de snert gaat te snijden. Dit is een heel gewoon tafereel hier in dit café.

Geert en Minke hebben het pand in november 1991 gekocht van de familie van Lune. Minke is al sinds haar 13e jaar werkzaam in de horeca. “Ik weet niet anders, ik heb nog nooit wat anders gedaan”, aldus Minke. “Toen Jan de Ridder (toendertijd een zwager van Minke, die in Buitenpost café De Ridder opende, red.) begon, ben ik bij hem in de keuken gekomen. Ik heb nog een jaar op Schiermonnikoog gewerkt, maar toen Jan de Ridder de zaal achter erbij had gebouwd, vroeg hij of ik bij hem wou werken. Ik werkte eerst achter in de zaal, maar moest wel eens invallen in het café. Later ben ik helemaal in het café gekomen.” Ook Geert is zijn horeca-carrière bij café De Ridder begonnen, eerst als hulp tijdens de paardenmarkt en later ook wel als hulp in de zaal bij feestjes en partijen. Toch heeft Geert er altijd een andere baan naast gehouden bij de woningbouwvereniging in Leeuwarden. Vooral Geert had wel zin in een eigen kroeg, maar niet zomaar elke kroeg, alleen café Blauforlaet. Ze zijn toen beide met de horeca-papieren begonnen en hebben die ook beide gehaald. Toen een paar jaar later dus de vorige eigenaar het pand te koop zette was Geert in zijn nopjes. Er was alleen een klein probleem, de eigenaar wilde er eigenlijk geen kroeg weer in hebben. Maar toen de verkoop op die basis niet wou lukken, ging Geert eens met de familie van Lune praten. Uiteindelijk besloot hij toch het pand aan Geert en Minke te verkopen. Dit was de start van 16 jaar achter de tap.

geert en minke met hun jack russell's

Terras
Vooral in de beginjaren was het een drukte van belang. Geert: “Het terras zat ‘s zomers altijd vol, hoeveel stoelen we ook hadden, we hadden er altijd te weinig. De mensen die hier langs fietsten stapten allemaal van de fiets. Een paar glaasjes drinken en de kinderen een ijsje en een patatje.” Minke: “Dat was nog wel in de guldentijd, met de komst van de euro is alles minder geworden. Nu fietsen de mensen onder de brug door en gaan op het bankje zitten en halen de koffie of de frisdrank uit de fietstas. En dat is op zich ook wel begrijpelijk, het leven is er niet goedkoper op geworden.”

Concurrentie
Dat brengt ons tot de kern van dit interview, want een paar jaar geleden is er nog geïnvesteerd in een nieuw terras en de verbouw van de oude schuur tot appartementen. Vanwaar dan dit besluit om te stoppen. “Er komen steeds minder mensen, we hebben dan wel een mooi terras, maar als er geen mensen komen heb je daar niets aan. Wij moeten ons aan steeds meer regeltjes en wetjes houden waardoor het steeds moeilijker wordt om te concurreren tegen de voetbalkantines en theeschenkerijen.” Officieel mogen voetbalkantines tot een uur na de wedstrijd open blijven. In de praktijk is dat anders (De Koninklijke Horeca Nederland zit daar volgens Geert ook al lang achteraan). Geert: “Ik voetbal zelf ‘s zondags. We voetballen tot kwart voor twaalf. Ik maak vaak mee, niet elke keer, (het gebeurd ook wel eens dat de anderen geen tijd hebben om te komen, dan zitten er wat minder) dat de laatste bezoekers er om vier - vijf uur vandaan komen. Ik zit er zelf ook wel eens zo lang. Dat is niet alleen op zaterdag en zondag zo, maar ook door de week. Veel van onze klanten komen op de fiets. Als het een beetje minder mooi weer is en het regent denken ze dan: ‘Ik ga wel even naar de kantine, want daar zitten de andere jongens ook.’ De voetbalkantines zijn altijd open, ook als het regent en de wedstrijden afgelast zijn. Het gaat misschien maar om een of twee klanten, maar dat maakt op een doordeweekse dag voor ons veel verschil.” Het komt erop neer dat de verdiensten in het café niet meer opwegen tegen het aantal uren dat erin gestoken moet worden

Toekomst
Geert en Minke geven eerlijk toe dat ze verwachten dat ze het wel zullen missen. Het café is een huiskamercafé, hun hele leven speelt zich af in het café, de kinderen zijn daar grootgeworden. “We weten nog niet wat we gaan doen. We moeten eerst afwachten wat de uitkomst van de afrekening met de belastingdienst is. Dan pas kunnen we bekijken wat er mogelijk is. We willen in de toekomst wel wat feestjes en partijen gaan doen. Misschien ook wel drie weken open in de bouwvak. Verder willen we van de verhuur van de appartementen gaan leven.”

Vrijdag 30 november
Op de sluitingsdag zelf wordt er niets speciaals gedaan. Minke: “Het is voor ons geen feestdag, een heleboel mensen denken dat het een feestdag is.” Geert: “Vrijdag gaat de deur op slot en zaterdag zijn we vrij.” Minke: “We moeten eerst maar eens tot onszelf komen. We denken nog niet we doen dit of we doen dat. We moeten het eerst maar wat over ons heen laten komen.”