...Zonder mensenkennis kun je dit werk niet doen...
Tatuu, tatuu! Wie van de lezers onder ons kent dit geluid van een politieauto, brandweer of ambulance niet? In ons dorp is de sirene regelmatig te horen. Dat komt omdat op de hoek van het West en de Lauwersmeerweg een post van de UMCG ambulancezorg gevestigd is. Vanuit dit strategische punt vertrekt de ambulance naar het opgegeven adres of de plaats waar een ongeluk gebeurd is. Tabe Plantinga is onder andere hier ambulanceverpleegkundige. Hij vertelt enthousiast over dit beroep waar veel gevoel en passie voor nodig is.
UMCG Ambulancezorg is verantwoordelijk voor de ambulancezorg in Drenthe en een deel van Friesland, inclusief drie waddeneilanden. In Drenthe bemensen onze medewerkers ook de Meldkamer Ambulancezorg. Als enige ambulancedienst in Nederland is UMCG Ambulancezorg direct verbonden aan een Universitair Medisch Centrum, het Universitair Medisch Centrum Groningen (bron: UMCG Ambulancezorg)
Variatie
Tabe schetst hoe hij bij de ambulancedienst terecht is gekomen. “Nadat ik mijn MAVO diploma had behaald, volgde ik een opleiding voor verpleegkundige. Daarna heb ik eerst anderhalf jaar in de psychiatrie gewerkt. Om me verder te kunnen ontwikkelen, ben ik bij het MCL gaan werken. Drie jaar bij Interne geneeskunde en zeven jaar op de hartbewaking. Toen had ik wel veel specifi eke kennis over het functioneren van het hart, maar ik zocht een vrijer leven met meer variatie aan mensen en verschillende specialismen. Bij de toenmalige ambulancedienst heb ik gevraagd of ik een paar keer een dienst mee mocht draaien en op het moment dat er in 2000 een plekje vrij kwam, ben ik er aangenomen.” Dat betekende dat hij nog een half jaar een opleiding voor ambulanceverpleegkundige moest volgen. De ambulancedienst kent twee soorten vervoer: spoed –en besteld vervoer. “Het overgrote deel is besteld vervoer”, zegt Tabe. “Dat houdt bijvoorbeeld in dat mensen naar het ziekenhuis gebracht worden voor bestraling bij het RIF, voor controle naar de poli of ontslag uit het ziekenhuis. Bij spoedvervoer of A1 meldingen moet je vanaf de melding binnen 15 minuten ter plaatse wezen. De patiënt wordt dan ter plekke geholpen of gestabiliseerd en wij beoordelen vervolgens of het nodig is om de patiënt al dan niet met spoed naar het ziekenhuis te vervoeren. Daarnaast heb je ook nog A2 vervoer. Dan moet je binnen een half uur aanwezig zijn. Daarbij mag je geen sirene en zwaailichten gebruiken.” De ambulanceverpleegkundige geeft de eerste zorg en beoordeelt de patiënt volgens een vaststaand systeem, namelijk het ‘ABCDE protocol’: Airway (luchtweg), Breathing (ademhaling), Circulation (circulatie), Disability (bewustzijn), Exposure/Environment (omgevingsfactoren). “Dat werken we af totdat de patiënt gestabiliseerd is, tenzij iemand een ernstige bloeding in de buik heeft. Dan is er sprake van een scoop-and-run: de patiënt moet zo snel mogelijk naar het ziekenhuis en onderweg wordt dan de behandeling verder gedaan zoals het prikken van infusen. In zo’n geval is het eerste uur het belangrijkste. Als de situatie heel penibel is, wordt de traumahelicopter van het UMCG ingezet.” De ambulancepost in Buitenpost heeft weinig last van tijdsoverschrijvingen en is doorgaans op tijd ter plaatse. “Slecht weer, rotondes, drempels en verkeersdrukte beïnvloeden sterk de aanrijtijd naar de patiënt”, verklaart Tabe. Hij wil in dit verband ook een dringend beroep op de lezers doen. “De huisnummering is vaak erg slecht. We krijgen te maken met huisnummering die in zijn geheel ontbreekt of er staat een boom of andere beplanting voor. De huizen in het buitengebied liggen soms ver van de openbare weg en huisnummers zijn niet te vinden. Vooral ’s avonds en ’s nachts. Als men reflecterende huisnummers langs de weg zet, kunnen wij het opgegeven adres veel sneller vinden als het echt nodig is.” Waarvan akte.
Kinderen
Het komt soms voor dat de ambulancedienst bij iemand geroepen wordt die na onderzoek niet vervoerd hoeft te worden. Hoe reageren zo’n patiënt en de familie dan? “Wij doen alle controles volgens het ABCD-principe en een van top tot teen onderzoek. Als we dan niks kunnen vinden, wordt de huisarts ingelicht omtrent onze bevindingen. Hij neemt de patiënt dan verder in behandeling. Meestal stellen wij de mensen dan alleen maar gerust. Je eigen ervaringen spelen ook een grote rol. Bij twijfel nemen we de patiënt altijd mee.” Tijdens het gesprek merk je dat Tabe van aanpakken weet en dat hij van zijn vak houdt. Zonder mensenkennis kun je dit werk beter niet doen, vindt hij. “Het is heel belangrijk dat je ook eerst ervaring opdoet, bijvoorbeeld in een ziekenhuis. Je moet niet alleen klinische ervaring opdoen, maar je moet ook naar de mens achter de patiënt kijken. En als je zelf rustig bent, wordt de patiënt ook rustig. Een grapje doet wonderen.” Als ik als voorbeeld naar angstige kinderen verwijs, begint Tabe te haperen. “Dat.. dat.. dat is toch het allermoeilijkste. Kinderen zijn heel speciaal. Ze vertelen je vaak niets..” Even later in het gesprek zal blijken waar die gevoeligheid vandaan komt. Naast zieke mensen krijgen Tabe en zijn chauffeur te maken met ongevallen. In dat geval spreek je van een patiënt met letsel of traumapatiënt. “Er komt bij een ongeval zoveel bewegingsenergie vrij, dat je er altijd vanuit moet gaan dat de organen ook – soms ernstigebeschadigingen oplopen. We noemen dat High Energy letsel.” Wie op de ambulance zit, moet wel stressbestendig zijn. De samenwerking met de chauffeur is dan ook heel belangrijk. “Hij assisteert en voert handelingen uit zonder dat ik daar om hoef te vragen”, zegt Tabe. Als ik hem vraag wat het ergste is wat hij meegemaakt heeft, raak ik de gevoelige snaar. “We moesten eens naar een reanimatie. Er was echter niet bij gezegd dat het om een kindje van zes maanden ging. Toen we binnenkwamen, moesten we opeens omschakelen. We hebben het kind onderweg al reanimerend naar het ziekenhuis vervoerd, waar het is overleden. Dat is echt een drama. Kleine kinderen die overlijden is niet natuurlijk.” Ook moeilijk zijn ongevallen met meerdere slachtoffers. “Wie help je het eerst? Wie heeft de meeste kans om het te overleven? Die help je, terwijl de tweede ambulance onderweg is.” Ambulancepersoneel staat voortdurend bloot aan zowel fysieke als psychische belasting. “Dat is natuurlijk wel zo”, bevestigt Tabe. “Een ongeluk met kleine kinderen grijpt je aan. Je moet ermee leren omgaan. Je bent geen robot.” Thuis afreageren is er ook niet bij. “Ook wij hebben te maken met medische geheimhouding. Gelukkig is er binnen de dienst een opvangteam dat we kunnen oproepen en je kunt natuurlijk altijd je ervaring delen met je collega’s.”
Onzeker
Het beroep van ambulanceverpleegkunde vraagt om bijscholing. “We hebben zowel landelijke als regionale scholingsdagen. Geleerde handelingen worden opnieuw getraind, zoals het inbrengen van een infuusnaald, reanimatie, triage van ongevallen, etc. Een andere handeling die je niet vaak doet is een coniotomie, waarbij een gat in de luchtpijp wordt aangebracht om het ademen weer mogelijk te maken.” De ambulance verpleegkundige komt dus soms voor moeilijke handelingen en beslissingen te staan. Tabe blijft er nuchter onder. “Wij worden erin geschoold en ja, als je er bent in zo’n situatie, zul je het toch moeten doen.” Om de mensen scherp te houden, worden er ook regelmatig oefeningen gehouden, zoals onlangs hier in het zwembad ‘De Kûpe’.
Het is inmiddels wel duidelijk hoe belangrijk ambulanceposten zijn. Toch gaat deze vorm van dienstverlening een onzekere tijd tegemoet. Minister Klink vindt dat ambulancediensten onderling moeten concurreren. “Het is een spannende en onzekere tijd, want er komt straks één vergunning in Fryslân beschikbaar en de vraag is wie die krijgt om het ambulancevervoer te kunnen en mogen doen. Volgend jaar september weten we meer”, zegt Tabe. Zelf werkt hij graag voor de UMCG Ambulancezorg. “We zijn erg innovatief bezig zijn. Op sommige plekken rijden we in elektrische auto’s en gaan we binnenkort starten met solo ambulances om de aanrijtijd aan te scherpen. Vooralsnog zullen de solo’s in Sneek en Leeuwarden rijden. Ik zal daar ook aan meedoen.” Nieuw is de fl ister: een apparaatje dat via de radio het verkeer waarschuwt dat er een ambulance of brandweer met spoed aankomt. Het verkeer maakt dan sneller ruimte vrij voor de voertuigen.” Hulpverleners krijgen helaas steeds vaker te maken met agressiviteit van omstanders. Gelukkig heeft Tabe daar tot nu toe weinig last van. Alhoewel hij zich één keer bedreigd voelde toen een kampioenswedstrijd van de Harkemase Boys uit de hand liep. “We vragen de mensen opzij te gaan en ons de ruimte te geven. Doen ze dat niet, dan halen we de politie erbij”, zegt hij beslist. Het gedrag van jongeren met teveel drank op baart hem grote zorgen. Desondanks is Tabe nog steeds van mening dat hij een prachtig beroep heeft en is hij voorlopig nog niet van plan om te stoppen als ambulanceverpleegkundige. “Je kunt bij de mensen thuis direct hulp verlenen. Je hebt met mensen van 0 tot 100 te doen. Dat vind ik het mooiste.”
(Nelleke Kemps-Stam / Bibu-09-09)
copyright: PBB, 2015, all rights reserved