...een dubbeltalent...

Wist u dat Nederland meer fietsen telt dan inwoners? En dat de fietsdichtheid in ons land de hoogste van de wereld is? Dan snapt u nu waarom ons land ‘Nederland fietsland’ genoemd wordt. Achttien miljoen fietsen, waarvan de stadsfiets het meest in gebruik is. Voor elke leeftijd en wens is wel een fiets te vinden. Harm de Vries rijdt bijvoorbeeld op een Empella racefiets. Hij won niet alleen in 2007 de Ronde van Buitenpost, maar ontving in 2008 ook een Jong Talent Prijs van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen.

Harm de Vries

Wielervereniging Otto Ebbens is een sterke regionale sportvereniging in de regio Noord Oost Fryslân. Sinds de oprichting op 1 juli 1968 is WV Otto Ebbens uitgegroeid tot een sterke wielervereniging. Onze vereniging heeft een goede en bekende naam, genoemd naar één van de oprichters de heer Otto Ebbens. Hier zijn wij vandaag de dag nog steeds trots op net zo als onze clubkleuren, het rode van de WV Otto Ebbens dat voor velen herkenbaar is. WV Otto Ebbens heeft in haar korte geschiedenis van 40 jaar grote renners grootgebracht. Te denken valt dan natuurlijk aan Pieter Weening en Wiebren Veenstra die hun eerste wedstrijden in de clubkleuren van de WV Otto Ebbens koersten en later fietsten in de echte Klassiekers en de Tour de France. (bron: WV Otto Ebbens)

Heitelân

Harm de Vries met aanmoedigingsprijsHarm de Vries is nog geen twintig en toch kun je hem al een dubbeltalent noemen. Wat zijn studie informatica betreft is hij een bolleboos en bij het wielrennen lijkt hij veelbelovend. Buitenpost kan trots op deze inwoner zijn. Zijn accent verraadt echter dat hij uit het westen komt. “Ik ben geboren in Delft en opgegroeid in Pijnacker”, vertelt Harm. “Sinds vijfenhalf jaar woon ik in Buitenpost. De familie van mijn moeder woont daar nog en ik ga nogal eens naar mijn oma en de overige familie. In Pijnacker heb ik de lagere school gedaan en in Voorburg ging ik naar het VWO. Dertien kilometer fietsen in een grote stoet. In het derde jaar verhuisden we naar Buitenpost en kwam ik op het Lauwers College terecht.” Dat hij in Buitenpost is komen wonen, dankt hij aan zijn vader. “Mijn vader is een echte Fries. Hij is in Kollumerpomp geboren. Mijn pake had daar een boerderij. Toen hij het rustiger aan moest doen, zijn ze in Twijzel gaan wonen. Mijn vader kwam via Drachten en Groningen in Den Haag terecht en daar heeft hij mijn moeder leren kennen. Hij wilde graag weer terug naar Friesland. In het westen is alles volgebouwd. De ruimte hier was de reden dat we verhuisd zijn.” Op de lagere school droomde Harm nog niet van wielrennen, ondanks het feit dat zijn woonplaats bekend staat om de Ronde van Pijnacker, een wielercriterium dat nog door Zoetemelk, Raas en Boogerd gereden is. “Voetballen was toen het belangrijkste”, zegt hij. “Ik zat in de districtselectie van ADO Den Haag. Toen ik ouder werd, werd het steeds minder.” Harm kwam op jonge leeftijd in aanraking met de personal computer. “Mijn vader was er vroeg bij en toen ik heel klein was, mocht ik al spelletjes spelen op zijn computer. Computerverslaafd was ik toen niet. Vanaf de middelbare school was ik wel vrij veel bezig met websites en dingen uitproberen. Samen met mijn broertje Jaap deed ik mee aan ThinkQuist, een wedstrijd educatieve website bouwen voor scholieren. Met onze website over kinderarbeid wonnen we toen de tweede plaats en kregen we € 2000.” Vermeld moet worden dat hij ook voor zijn moeder Rineke, die in het dorp de winkel Buitengewoonbuitenpost runt, een website ontworpen heeft. Hoewel Harm zichzelf niet met een ‘nerd’ vergelijkt, wil hij van de computer zijn beroep maken. “Mijn oudste en jongste broer studeren bedrijfseconomie, mijn vader heeft econometrie gestudeerd”, licht Harm toe die zichzelf ‘enorm’ bèta vindt.

Eenzame fietser

Na de verhuizing naar Buitenpost, meldde Harm zich eerst bij de VV Buitenpost. Niet tot volle tevredenheid. “Ik vond het niveau te laag om er serieus mee door te gaan”, was zijn conclusie. “En je bent toch wel afhankelijk van het hele team. Ik ben toen op zoek gegaan naar een individuele sport. Mijn broer en ik kochten een fiets en gingen een rondje Lauwersmeer doen. En dan kom je mensen tegen die zeggen dat je ook wel bij een wielervereniging kunt gaan. Dat doe je dan en dan fietsen die mannen opeens veel harder dan jij. Zo groei je er vanzelf in.” Twee jaar geleden won Harm de Ronde van Buitenpost. “Het is superbelangrijk als je erin slaagt een thuiswedstrijd te winnen.” Harm rijdt voor WV Otto Ebbens. “Ik behoor tot de topamateurs. De vereniging stelt zes deelnemers op en de ploegleider bepaalt of je rijdt of niet. Je doet dan mee aan klassiekers in heel Nederland. Voor rondjes rond de kerk, zoals ritten in de buurt genoemd worden, kun je vrij inschrijven. Om wedstrijden te rijden, moet je bij een vereniging horen”, legt Harm uit. Hij is zelf als junior begonnen bij de vereniging, nu behoort hij tot de categorie elite/belofte. Dat laatste is niet aan prestaties, maar aan leeftijd gebonden.” Ook op de site van Wielerland, waar uitslagen en nieuwtjes over het wielrennen worden vermeld, is Harm terug te vinden. Als ik hem vraag of zijn einddoel de Tour de France is, antwoordt hij dat je moet oppassen dat het rijden van een goede wedstrijd tot zo’n uitspraak uitlokt. “Het is maar weinig mensen gegeven om de Tour te rijden. Mijn doel is er uit te halen wat erin zit. Ik ben nu nog jong, het kan nog alle kanten op. Ik heb meer ijzers in het vuur liggen dan alleen het wielrennen. Ik hoef niet per se prof te worden. Als ik een stap naar boven kan doen, ga ik er wel voor. Dit jaar kan ik wel een sponsor wielrenner worden.” Om zijn ambities waar te kunnen maken, moet Harm zich veel ontzeggen. “Ik ben in het weekend niet op stap, dan rijd ik wedstrijden. Ik train zes keer in de week, ik rook niet, ik drink niet.” Een vriendinnetje heeft hij niet. Lachend beweert hij dat het wielrennen er niets mee te maken heeft. “Vrienden heb ik onder de sporters en onder de studenten. Maar dat is wel ander volk. Ik zit ook niet op een studentenvereniging. Het is een keuze, straks kan ik ook nog drinken. Omgekeerd is het moeilijker.”

Dubbeltalent

Als beste propedeusestudent van zijn opleiding, ontving Harm vorig jaar van de faculteit wiskunde en natuurwetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen een Jong Talent Aanmoedigingsprijs. De prijs bestond uit een oorkonde en een enveloppe met € 500. Het leverde hem ook een betaald baantje op: als student-assistent hielp hij eerstejaars. Zijn dubbeltalent buit Harm ten volle uit. “Als het een even niet lekker loopt, kan ik altijd op het andere terugvallen. Dan kom je sneller over een dipje heen.” Als ICT’er zullen we Harm waarschijnlijk niet terugzien. “Ik hou meer van de wiskundige kant van de informatica”, zegt hij. “De theoretische kant van de informatica interesseert me. Ik had net zo goed wiskunde kunnen gaan studeren.” Door zijn verhaal ontstaat er een beeld van een jongen die goed is op twee heel verschillende gebieden, maar die daardoor ook een ‘loner’ dreigt te worden. “Fietsen is een individuele sport”, geeft hij toe. “De grootste winnaars zijn de grootste klootzakken. En mensen die in de informatica werken, worden vaak niet begrepen. Maar ik vind mezelf niet asociaal of zo. Ik lees de krant, kijk naar het journaal en NOVA. Ik leef niet in een tunnel, wat dat betreft. Als ik zo doorga met mijn studie, kan ik bij de universiteit blijven om onderzoek te doen. Dan ben je ook individualistisch bezig. Van een ICT’er wordt gevraagd dat hij goed kan programmeren, aan de andere kant dat hij goed kan communiceren. Dat botst wel eens. Ik herken mezelf daar niet in. Ik voel me zeker geen buitenbeentje.” ‘De slimste student’ werd Harm genoemd tijdens de prijsuitreiking. De 500 euro zijn al op. Ze zijn gebruikt om een nieuwe racefiets te kunnen kopen. Hij is ook gestopt met het baantje. “Je kunt niet alles doen. Ik ga eerst weer met fietsen bezig. Die paar momenten dat je volkomen gelukkig op de fiets zit, daar doe je het voor.”