...staat aan het stuur van het Lauwers College

Soms wordt een mooi plan als een luchtballon doorgeprikt. Zo was er in 2009 sprake van dat het Lauwers College zou verhuizen naar de noordkant van het spoor. Een nieuw gebouw zou de drie huidige locaties in Buitenpost en Kollum overbodig maken. Maar: wie zou dat betalen? Zowel de gemeente Achtkarspelen als de school konden het geld niet ophoesten. Er werd besloten de dislocatie aan de Halbertsmastraat op te heffen en het Lauwers College aan de Hoefslag uit te breiden. Daar moet Hans Jansen, de nieuwe rector sinds 1 maart 2008, het voorlopig mee doen.

Het Lauwers College is een christelijke scholengemeenschap met vier verschillende locaties. De scholengemeenschap is vernoemd naar het riviertje ‘De Lauwers’ dat voor een gedeelte de grens tussen Friesland en Groningen aangeeft. Leerlingen vanuit beide provincies stromen de school binnen. Op dit moment volgen meer dan 2.000 leerlingen onderwijs binnen het Lauwers College. Doordat het brede onderwijsaanbod gespreid is over een aantal locaties probeert de school het onderwijs dichtbij de leerlingen te brengen. Doorstromen van de ene naar de andere locatie gaat doorgaans heel gemakkelijk (bron:CSG Lauwers College).

hans jansen manage van het Lauwers College

De weg die Hans Jansen heeft afgelegd om rector/bestuurder van het Lauwers College te worden, ligt niet voor de hand. “Dat is een lange route”, zegt Jansen desgevraagd. “Van huis uit kom ik uit de landbouw. Ik heb hoger agrarisch onderwijs gedaan en ben toen in militaire dienst gegaan. Ik wilde het liefst plantenwetenschappen gaan studeren in Wageningen. In dienst raakte ik op het spoor van de Academie Lichamelijke Opvoeding. Toen ik werd toegelaten, moest ik een keuze maken. Na de diensttijd heb ik de ALO gedaan en was ik inmiddels 26, 27 jaar. "Moet je niet eens aan het werk gaan", zei mijn vader. Ik ging gelijk aan de slag bij het hoger beroepsonderwijs. Ik deed daar van alles: lesgeven, coördineren, leiding geven. Ik was dus breed bezig en dat was een goede leerschool. Na achttien jaar wilde ik wel eens wat anders. Ik kwam in de directie van het Ichthus College in Kampen en werd redelijk snel rector. Maar ik wilde dat niet tot mijn pensioen doen. Toen er twee jaar geleden op het Lauwers College een bestuurder gevraagd werd, waarbij ook nog een bestuursstructuur ontwikkeld moest worden naast het leiden van de school, dacht ik: dat lijkt me interessant en Friesland lijkt me leuk.” Jansen houdt zich dus met twee zaken bezig. Daarvan is de bestuurlijke kant nieuw. “Het bevoegd gezag in het bijzonder onderwijs lag meestal bij een vereniging waar ouders lid van waren. Dat vrijwilligersbestuur vormde formeel het bestuur van de school en het benoemde de directie die het uitvoerende werk verrichtte. Toen de overheid in 1995 één grote zak met geld aan de scholen gaf waaruit alles betaald moet worden (lumpsum), konden de vrijwilligersbesturen dat niet meer aan.” Met Hans Jansen is er nu dus iemand beroepsmatig verantwoordelijk voor beleidslijnen, de uitgaven en te nemen besluiten. “Gelijktijdig ben je schoolleider over wat het bestuur vastgesteld heeft”, legt Jansen uit. “In mijn geval ben ik dat zelf.” Om te voorkomen dat hij buiten zijn boekje gaat, wordt het bestuurswerk ‘bewaakt’ door een raad van toezicht. Deze kijkt kritisch toe op het werk van Jansen en stuurt hem zo nodig bij. De raad is zijn werkgever die hem aangenomen heeft en ook weer kan ontslaan.

"We weten nu meer over leren en leerprocessen dan vroeger"

Diversiteit

hans jansen manager van het lauwers college buitenpost Als rector geeft Hans Jansen leiding aan een christelijke school met de bijbel als uitgangspunt. Hoe vertaal je dat naar de dagelijkse werkelijkheid? “Christelijk onderwijs manifesteert zich zoals wij als mensen dat laten zien”, meent Jansen. “Het is niet van waarde op de gevel van de school of door uitingsvormen als paasvieringen. Het moet in mensen zitten die vanuit hun gedachtegoed hun leven en werk inrichten. Ik hecht er erg aan dat we dat heel goed doen en ik zie een samenleving die daar minder belangstelling voor heeft. De schoolkeuze van ouders wordt in steeds mindere mate bepaald door het feit dat je een christelijke school bent. Ze kijken naar kwaliteit, veiligheid of dat het dicht bij huis is. Dat gaat voor. Het maatschappelijk draagvlak voor bijzonder onderwijs neemt af. Wij moeten vanuit het onderwijs de dubbele boodschap uitdragen dat het er wel toe doet. Omdat het gaat om kinderen van twaalf tot zeventien, die heel beïnvloedbaar zijn en op belangrijke momenten keuzes moeten maken. Daar zijn in principe de ouders verantwoordelijk voor, maar bij hebben als school een aanvullende taak. Christelijk onderwijs zie je aan de wijze waarop leraren met leerlingen omgaan en de wijze waarop je zorg biedt. Dat je ziet wanneer een leerling tussen wal en schip dreigt te vallen.” Als bestuurder heeft Jansen een duidelijke visie op het onderwijs: Als je het onderwijs wilt verbeteren, moet je beginnen met het geïnspireerd leren door geïnspireerde leerlingen. Veel leerlingen in de bovenbouw vinden hun baantje bij de supermarkt en uitgaan belangrijker dan school. Hoe krijg je deze groep weer bij de les? Hun leefwereld zit vol prikkels en leerlingen zijn voortdurend met van alles en nog wat bezig. “De kunst van het onderwijs is om talent van kinderen te ontdekken en op die lijn met hen aan de slag te gaan”, zegt Jansen. “Onderwijs wordt door leerlingen lang niet altijd als inspirerend ervaren. Het is verplicht, het is voor iedereen hetzelfde in hetzelfde tempo, hetzelfde vakkenpakket op hetzelfde niveau en er wordt op hetzelfde moment getoetst. Er is heel weinig ruimte voor diversiteit. In mijn visie op het onderwijs moet er veel meer ruimte zijn voor diversiteit. Dat we van dat fabrieksmatige, uniforme, iedereen hetzelfde op hetzelfde moment toegaan naar meer maatwerk en ruimte voor kinderen. In Nederland wordt excelleren, uitblinken in iets, maar matig gewaardeerd. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. En wil je iets bijzonders, dan is daar in het onderwijs weinig ruimte voor. Wil je kinderen en docenten inspireren om het onderwijs weer leuk te maken, zul je af moeten van dat collectieve en meer moeten zoeken naar ruimte voor verschil. Die ruimte hebben wij als scholen, alleen is het een hele klus omdat je ook doelmatig moet zijn. Je kunt niet zes of zeven kinderen in de klas zetten. Vanwege het geld moeten het er minimaal 25 zijn om het betaalbaar te houden. Mijn visie op het onderwijs is dat we de komende jaren het verschil meer honoreren. Dat is mijns inziens een forse opdracht om het onderwijs voor kinderen aantrekkelijk te houden.” Die opdracht geldt met name voor de docenten. Zelf heeft Jansen weinig contact met leerlingen. Als ze al bij hem komen, is het meestal vanwege negatief gedrag.

Het nieuwe leren

Wat Jansen enigszins tegemoet komt in zijn visie, zijn onderwijsvernieuwingen als ‘het nieuwe leren’, waarbij men uitgaat van de leerling die zelfstandig op zoek gaat naar kennis. In de praktijk klagen leerlingen echter dat ze te weinig les krijgen en slecht begeleid worden. “Dat geldt vooral voor het middelbaar beroepsonderwijs”, weerlegt Jansen. “In het nieuwe leren heeft een omslag plaatsgevonden. Zoals we het nu doen, kan het niet meer. Daar is vrij radicaal het stuur gewend. Terecht, maar daarbij zijn wel een aantal dingen vergeten. Als je leerlingen zelfstandiger wilt maken, kan dat alleen maar begeleid. Je kunt de onderwijsorganisatie niet loslaten, zoals bij het MBO. Het nieuwe leren is bedoeld om leerlingen in een andere context te plaatsen dan alleen maar 32 uur in de week met een docent in een lokaal met een boek voor je. We zoeken naar andere vormen van leren waarbij kinderen meer ruimte krijgen en ook samenwerkend kunnen leren. Waarbij ze meer gebruik maken van de computer in plaats van het traditionele leren. Stapje voor stapje op weg naar meer zelfstandig werken, is mijn ideaal. We weten nu ook veel meer over leren en leerprocessen dan vroeger.”

Hans Jansen is een vlotte prater. Een vraag wordt even stilzwijgend verwerkt, waarna een vloedgolf aan woorden volgt. Teveel om in dit interview op te nemen. Mijn laatste vraag aan hem is of hij zich meer rector of bestuurder voelt. “Mijn hart ligt bij het onderwijs”, is het antwoord. “En mijn hart ligt bij leerprocessen van kinderen. Ik kijk het meest naar hoe leerprocessen tot stand komen. In die zin zit ik met mijn gevoel meer aan de onderwijskant, en ik vind besturen gewoon boeiend om te doen. Bijvoorbeeld nadenken over het bestuurlijke vraagstuk: hoe houden wij hier in Noordoost Friesland in een krimpsituatie goed onderwijs op de been?” Zelf woont Jansen niet in onze streek: de weg naar zijn eigen kinderen wil hij niet helemaal afsnijden. “Om als schoolbestuurder toch de regio te kennen, moet ik jullie dorpskrant ook maar lezen”, stelt Jansen voor. Zo kwam ik niet alleen met het interview thuis, maar ook met een nieuw bezorgadres: De Hoefslag 40!