...willen kerkjeugd stimuleren.

"Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst". Met dit spreekwoord wordt bedoeld dat wanneer je jouw overtuiging aan de jeugd overdraagt, ze die later zal overnemen. Dat begint al bij de opvoeding. Christelijke ouders sturen hun kinderen naar een christelijke school. Ook jongeren worden aangestuurd. Als catechisant in de kerk bijvoorbeeld of als padvinder op scouting. Bert en Jella Kingma houden zich allebei met kinderen en jongeren bezig. Zij als logopediste en hij als decaan havo/vwo op het Lauwers College. Daarnaast zetten ze zich in voor de toekomst van de kerk.

De generatie die geboren is tussen 1985 en 1991 wordt Internet- of netwerkgeneratie genoemd, of ook wel screenagers. Volgens de Amerikaanse onderzoeker D. Rushkoff zijn de screenagers te herkennen aan een aantal opvallende kenmerken. Deze generatie is opgegroeid met moderne media zoals de pc, het internet en de mobiele telefoon. Deze jongeren beschikken veelal over de competentie multi-tasking. De tieners en twintigers van nu hebben geen behoefte meer aan overzicht en structuren, maar werken/leven graag buiten de gebaande paden (bron: Projectgroep Hanzehogeschool Groningen).

“...wie de jeugd heeft, heeft de toekomst...”

Bert KingmaJella Kingma

Bert en Jella Kingma wonen sinds 1993 in Buitenpost. Ze kwamen niet als onbekenden binnen, want beide Kollummers bezochten het Lauwers College voordat ze gingen studeren. “Bert studeerde Personeel & Arbeid in Leeuwarden en ik Logopedie in Groningen. Toen we gingen samenwonen, viel de keuze op Buitenpost”, vertelt Jella. “In het begin was hier geen werk voor mij en via een uitzendbureau kon ik in Hengelo aan de slag. Gelukkig kon ik later in Buitenpost terecht. Na vijf jaar werken in de logopedie-praktijk in Buitenpost kwam er een baan vrij op De Twine, een school voor speciaal onderwijs in Dokkum. De behandeling van die kinderen vind ik een grote uitdaging. Daar ben ik nu al weer tien jaar.” Bert volgde na de Havo een aantal opleidingen. Eerst een jaar op de Pabo in Leeuwarden en daarna twee jaar Psychologie aan de universiteit in Groningen. Uiteindelijk rondde hij Personeel en Arbeid af, waarna hij als beroepskeuzeadviseur aan de slag ging. “Ik ben dus geen decaan die zelf altijd direct de goede keuzes heeft gemaakt, maar meer iemand die geleerd heeft van zijn fouten. Hoewel ik het waarschijnlijk zo weer zou doen.” Na jaren beroepskeuzeadviseur en trainer voor decanen en mentoren te zijn geweest, kwam de wens om bij het voortgezet onderwijs te werken. Hij koos voor de lerarenopleiding wiskunde en was al snel werkzaam op het Liudger in Drachten en Burgum. Na drie jaar werd zijn grote wens om decaan te worden werkelijkheid. “De eerste school in Friesland die een volledig decanaat aanbood, was Bolsward. Daar ben ik begonnen. Maar ik wilde altijd al de kant van Buitenpost op. Ik had ook op het Lauwers College stage gelopen. Toen er na een half jaar op het Lauwers College ook een voltijds decanaat vrij kwam, was de keuze gauw gemaakt”, zegt hij. Dat is inmiddels vijf jaar geleden.

Bert heeft speciaal iets met jongeren die in de bovenbouw zitten. “Jongeren van 15 tot 19 kun je als volwassenen aanspreken”, is zijn ervaring. “Dat maakt het voor mij makkelijker om met ze te praten. Ik herken ook veel van mezelf toen ik zo oud was: niet altijd gemotiveerd, waarom zou je voor een hoger cijfer werken als je het ook met een zesje kunt doen. Anderen zijn juist heel gedreven en gemotiveerd. Die grote verscheidenheid trekt me wel aan.” Ik confronteer Bert met de definitie van de screenagers en vraag hem of hij iets van de vluchtigheid van die generatie herkent. Ze veranderen bijvoorbeeld zomaar weer van studie. “Toen ik nog studeerde, had ik recht op zes jaar studiefinanciering. Tegenwoordig is dat nog maar vier jaar en moet je wel snel van richting veranderen, anders kom je in de knoei met je studiegeld. Doorzetten met iets wat niet direct goed voelt, kan je dus veel geld kosten. Dat dilemma is van deze tijd. Wij konden rustig een jaar een studie uitproberen”, nuanceert Bert. “Wat wel een verschil is met vroeger, is dat keuzes veel later gemaakt worden. Ik zie heel veel leerlingen die echt niet weten wat ze willen worden. Jongeren handelen vanuit het hart, het moet goed voelen. Terwijl het onderwijs verwacht dat ze rationeel nadenken. Maar het zit er gewoon niet in. Vroeger was de wereld ook kleiner. Nu ga je ergens anders heen als de school niet goed voelt. Je duikt in de virtuele wereld van de games of de social media. En als je niet weet wat je worden wil, ga je eerst iets anders doen. En zo stellen ze keuzes uit.” “Ze kijken niet naar het einddoel van een studie”, mengt Jella zich in het gesprek. “Het eerste jaar van mijn studie vond ik ook niet interessant.” Bert raakt niet alle schoolverlaters uit het oog. Op het Lauwers College wordt gebruik gemaakt van ervaringen van ex-leerlingen door middel van een ‘terugkomavond’. Anderhalf jaar na hun examen komt meer dan de helft van hen naar school om voorlichting te geven aan de eindexamenkandidaten over de keuze die ze gemaakt hebben. Dat kan over een studie gaan, maar ook over een back-pack vakantie of hoe het is om op kamers te gaan.

High Power

Jella heeft vooral iets met basisschoolkinderen. Ze is al negen jaar betrokken bij de kindernevendienst in de PKN. “Ik wilde iets doen in de kerk. Toen ik werd gebeld om met de kindernevendienst mee te doen, dacht ik: dat vind ik leuk, dat wil ik graag”, zegt Jella enthousiast. “Ik ben inmiddels voorzitter van de kindernevendienst, maar we regelen de dingen met elkaar. Met Rynette Leenstra ben ik bezig met een koortje kinderen te laten zingen in de kerk.

Jella met het kinderkoor

Je merkt dat ze opgetogen zijn om hun eigen liederen te zingen. De psalmen zijn heel mooi, maar ze spreken de kinderen niet meer aan.” Bert staat samen met Auke-Willem Kampen (docent AOC) en Roelof Kingma (Kollum) aan de basis van High Power, samenkomsten voor jongeren waarbij de bijbel centraal staat. De bedoeling is om in september van start te gaan, maar vanaf 1 mei wordt alvast proefgedraaid. “Ik ben jarenlang betrokken geweest bij de leiding van de jeugdkerk en geef catechisatie. En je merkt aan alle kanten dat jongeren niet zoveel met de traditionele kerkdiensten hebben”, zegt Bert. “Ze voelen zich niet aangeraakt, terwijl ze wel met het geloof bezig zijn. De opzet van High Power is dat we de jeugd niet uit de kerk vandaan willen halen, maar dat we een keer in de maand een trefavond hebben en daaromheen bijbelstudies aanbieden. Deze bijbelstudies zijn speciaal gericht op jongeren en worden ondersteund door prikkelende verwerkingsactiviteiten. Die stellen we kosteloos beschikbaar aan de kerken. Het is mogelijk dat men binnen de eigen kerk twee keer per maand aan bijbelstudie doet. Ter afsluiting vindt een trefavond plaats die over het thema van de maand gaat. In die trefavond zit een jeugddienst van een uur met veel samenzang en een begeleidingsband. Daarnaast komt er een drama-stuk en een spreker die op hun niveau praat. Bij de jeugd hoef je niet al te voorzichtig te zijn, maar het mag best scherp neergezet worden. Dat vinden ze uitdagend. Aan het eind is er nog een uur koffiebar. Als ze elkaar ontmoeten, ontdekken ze dat anderen ook naar de kerk gaan.”

Interactief

het logo van High PowerHigh Power is interkerkelijk en begint in Buitenpost. Maar het moet uitgroeien tot een regionaal gebeuren. “Jeugd vanuit Kollum, Twijzelerheide en Surhuisterveen zijn ook welkom”, legt Bert uit. “Ze ontmoeten elkaar al vaak op de scholen. De PKN staat erachter, de Christengemeente en de Vrijgemaakte kerk ook. Uit die kerken willen we een adviesraad samenstellen, maar er moet niet teveel bemoeienis vanuit de kerken komen. Er mogen geen stempels op gedrukt worden. De jeugd heeft geen boodschap aan kerkmuren. Daar begrijpen ze helemaal niets van. Wij gaan niet het accent op de verschillen tussen kerken leggen, maar kijken naar wat ons samenbindt. Bij wat wij beogen, zitten ook interactieve dingen zoals een website met een forum waarop ze kunnen reageren. Interactief discussiëren over het thema. Luisteren naar een monoloog vinden ze lastig.” Het initiatief van de trefavond zou ook op weerstand kunnen stuiten. Bijvoorbeeld wanneer een jongere ’s morgens niet mee naar de kerk gaat, maar wel naar de trefavond. “Het is niet bedoeld als ontsnappingsmogelijkheid”, verzekert Bert. “Wij willen juist dat de jeugd weer betrokken wordt bij de kerk en binnen de eigen gemeenschap enthousiast dingen gaat opzetten of veranderen. Ik denk dat het ook wel mee zal vallen, omdat veel ouders het al moeilijk genoeg vinden om hun kinderen naar een kerkdienst te bewegen die hen niet aanspreekt. Ouders zijn vaak al blij dat hun kinderen naar een kerkdienst gaan. En wanneer ze daar enthousiast vandaan komen, is dat grote winst.” “We willen dat de jeugd van nu over zestig jaar nog in de kerk zit”, voegt Jella toe. “Dus zal er iets moeten veranderen. Psalmen van eeuwen geleden zijn niet meer modern. Er gaat iets anders voor in de plaats komen.” “Als je maar niet de boodschap verandert”, vindt Bert, “alleen de verpakking.” Heeft de kerk nog toekomst? vraag ik tenslotte. “Ja”, is kort en krachtig het antwoord van allebei.