bestaat 40 jaar

Streekmuziekschool De Wâldsang viert haar veertigjarige jubileum. Directeur Geert van der Heide geeft hier een kleine biografie van het bekende onderwijsinstelling.

Het begin

de oude muziekschool aan de VoorstraatHet is dit jaar veertig jaar geleden dat Streekmuziekschool De Wâldsang werd opgericht. De kiem voor de school werd in 1963 gelegd in Buitenpost. Daar blies de pas afgestudeerde muziekdocent Jitze Nicolai samen met zijn vrouw Louise Coïni de Stichting Muziekschool Achtkarspelen nieuw leven in. Deze stichting was al in 1959 opgericht maar vertoonde niet veel activiteiten. Vanaf 1963 werden er lessen gegeven in Buitenpost maar ook in de andere dorpen van de gemeente Achtkarspelen. Voor de Algemene Muzikale Vorming, wat nog steeds voor veel kinderen de eerste kennismaking met de muziek is, werd een aantal onderwijzers ingeschakeld. Via een spoedcursus werden deze onderwijzers klaargestoomd om muzieklessen te geven. Ook werden particuliere docenten benaderd om bij de stichting te komen werken. De eerste lessen in Buitenpost werden gegeven in het pand aan de Voorstraat . In de andere dorpen van Achtkarspelen werd vaak gebruik gemaakt van schoollokalen. Dat had voordelen: de ruimtes waren verwarmd, de huur was niet hoog en, wat toen en nu belangrijk is, er was contact met de basisschool. In 1965 werd de school een gemeentelijke stichting.

Uitbreiding

aanmeldingsformulier WaldsangHet succes van de muziekschool in Achtkarspelen bleef niet onopgemerkt. In 1969 sloten ook de gemeenten Dantumadeel en Kollumerland zich bij de school aan. Op woensdag 2 juli van dat jaar werd in het Jeltingahuis het algemeen bestuur van de muziekschool geïnstalleerd. Een aanmeldingsformulier voor de Intergemeentelijke Muziekschool ziet u als illustratie hiernaast. Het was dus een muziekschool die vanaf dat moment intergemeentelijk was en de naam kreeg ‘Streekmuziekschool De Wâldsang’. De toenmalige burgemeester van Achtkarspelen, H. Ottevanger, noemde de muzikale vorming van het jonge kind “Bouwen aan de toekomst”. Jitze Nicolai werd directeur van ‘De Wâldsang’ en Arnold Feddema uit Damwoude werd adjunct-directeur. Feddema was in dienst bij de stichting muziekschool Dantumadeel, een stichting die opging in Streekmuziekschool De Wâldsang. Het werkgebied van de school werd enorm uitgebreid en daarmee nam ook het aantal leerlingen fors toe. Het streven was - en is nog steeds - om de muzieklessen bij de mensen te brengen. Daarom werden de lessen niet beperkt tot de grotere plaatsen maar werd er ook in plaatsen als Munnekezijl, Birdaard (wat toen nog bij Dantumadeel hoorde) en Boelenslaan lesgegeven. En een deel van de docenten deed dat op de fiets of op de brommer.

De laatste loot

de oude muziekschool aan de Simke KloostermanstraatNa de uitbreiding met de gemeenten Dantumadeel en Kollumerland c.a. in 1969 sloot in 1971 ook de gemeente Tytsjerksteradiel zich bij Streekmuziekschool De Wâldsang aan. De particuliere praktijken van onder meer Berend de Jong in Burgum en Marten Brouwer in Gytsjerk werden door de school overgenomen. Hierdoor verzekerde men zich van docenten met ervaring die ook leerlingen meenamen. Ook de in Eastermar woonachtige Roelof Veltman kwam bij de muziekschool in dienst. Zijn vervoermiddel bleef hetzelfde als toen hij zijn particuliere praktijk uitoefende: de fiets. Het aantal leerlingen en lesplaatsen nam aanzienlijk toe maar de hoofdvestiging en de administratie bleven in Buitenpost gevestigd. Wel werd het pand aan de Voorstraat verruild voor een pand in de Simke Kloostermanstraat te Buitenpost. Daar betrok de familie Nicolai een dubbele woning waarvan de ene helft voor bewoning werd gebruikt en de andere helft voor lessen en de administratie van de muziekschool.

Spin in het web

Een voorwaarde voor een goede muziekschool is het in dienst hebben van goed personeel. Veel conservatoriumstudenten werden door directeur Nicolai gevraagd om lessen bij het nog jonge instituut te geven. Sommige van hen zijn ook niet meer weggegaan en zijn tot hun pensioen gebleven. Maar naast het lesgeven is er ook een administratieve functie. Die functie is het grootste deel van het bestaan van de muziekschool uitgevoerd door Simmie de Boer (foto). Simmie de Boer De uren die zij bezig is geweest met het uittypen van roosters zullen in de duizenden lopen. En ook de andere administratieve bezigheden waren bij haar in goede handen. Zij was zo met de school verweven dat zij zich tot op de dag van vandaag nog adressen en telefoonnummers van leerlingen kan herinneren. Soms weet ze ook nog van wie deze leerlingen les hebben gehad. Een elektrische typemachine was haar belangrijkste hulpmiddel. Legendarisch is het schrift waar de nieuwe aanmeldingen in werden genoteerd en waar een streep door werd gezet als de leerling was geplaatst. Een eigen kopieermachine had de school niet. Als er gekopieerd moest worden gebeurde dat op het gemeentehuis van Achtkarspelen. Van daaruit werd ook de postverzending gedaan. De fietstochtjes van Simmie naar het gemeentehuis behoorden tot haar dagelijkse werkzaamheden. De komst van de computer werd aanvankelijk met argusogen bekeken, maar bleek uiteindelijk ook voor de administratie een enorme verlichting te zijn. In 2006 nam Simmie de Boer na een bijna veertigjarig in dienstverband afscheid van de muziekschool.

Lokaties

In 1978 kreeg de gemeente Achtkarspelen een nieuw gemeentehuis. Het historische Nijenstein aan de Voorstraat kwam toen vrij en daarin werd de muziekschool ondergebracht. Een voornaam pand op een mooie locatie in de hoofdplaats van de gemeente Achtkarspelen. De directie en de administratie waren daar ondergebracht en er werden lessen gegeven. In het gedeelte van Nijenstein waar vroege de concierge woonde werden de slagwerklessen gegeven en beschikte de school voor het eerst over een goed geoutilleerde ruimte voor het slagwerk. In de hal van Nijenstein maakte kunstschilder Klaas Koopmans een fraaie wandschildering van musicerende kinderen die helaas bij de verbouw van Nijenstein een aantal jaren geleden, verloren is gegaan. Ook in andere plaatsen kwamen eigen ruimtes voor de muzieklessen. In Surhuisterveen kwam een eigen ruimte met vier leslokalen, in Hurdegraryp kreeg de school drie ruimtes in dorpshuis De Schalmei en in Burgum werd de voormalige Muloschool aan de Westersingel in gebruik genomen. Inmiddels zijn de lessen in Surhuisterveen verplaatst naar een nieuw gebouwd MFC, beschikt de muziekschool in Burgum over een eigen gebouw en is in Hurdegaryp de bouw van een kindcentrum gestart waar ook de muziekschool haar eigen plekje zal krijgen. In de andere plaatsen waar les wordt gegeven is niet veel veranderd en worden de lessen gegeven in scholen, dorpshuizen en kerkgebouwen. In de jaren negentig van de vorige eeuw koos de gemeente Achtkarspelen voor een andere bestemming van Nijenstein.

steenlegging nieuwe muziekschool 7-6-1999

eerste steenlegging van de nieuwe muziekschool aan de Ring
door Jitze Nicolai op 7 juni 1999

Voor de muziekschool werd in Buitenpost een nieuwe locatie gebouwd nabij scholengemeenschap Het Lauwers College. Sinds februari 2000 is de administratie daar gevestigd en worden de lessen daar gegeven. Het jaar 2000 was ook het jaar waarin directeur Jitze Nicolai afscheid nam van de school. Bij dat afscheid werd hij benoemd tot ridder in de orde van Oranje Nassau. Nicolai werd opgevolgd door Geert van der Heide die tot die tijd adjunct-directeur was.

Uithangbordjes

Veel van de muzieklessen spelen zich in de beslotenheid van de leskamers af. Maar het mooie van muziek is om dat met elkaar te delen en er mee naar buiten te gaan. Vanaf het begin van het bestaan van de school is dat het geval geweest. In vrijwel alle plaatsen waar les werd gegeven werden ouderavonden gehouden. Soms onder het genot van een sigaar of sigaret terwijl de ober rondging met koffie of kroketten. De ouderavonden, later leerlingenuitvoeringen genoemd, waren de uithangbordjes van de muziekschool. Daar werden de resultaten van de studie voor familie en vrienden ten gehore gebracht. Een ander uithangbord was en is de Muziekkapel te Augsbuurt. In 1976 kreeg de school de beschikking over deze voormalige kerk en sindsdien zijn er op zondagmiddag concerten door leerlingen en docenten van de muziekschool. Als laatste uithangbord moeten de ensembles worden genoemd. Om te beginnen de brassband. Streekmuziekschool De Wâldsang is van grote betekenis geweest voor het niveau van de blaascultuur in Friesland. Eind zeventiger jaren van de vorige eeuw namen directeur Jitze Nicolai en koperdocent Tjeerd Brouwer het initiatief om een ensemble op te richten waarin de meer getalenteerde leerlingen gezamenlijk konden musiceren. Dat werd de nu nog bestaande brassband De Wâldsang. Zij oogstten nationale en internationale successen. Tot op de dag van vandaag heeft Streekmuziekschool De Wâldsang nog de naam als leverancier van muzikanten voor topbrassbands. En een aantal van die voormalige leerlingen is de muziek ook vakmatig gaan beoefenen. Ook op het gebied van de dwarsfluitcultuur heeft de school een belangrijke rol gespeeld. De motor daarachter was fluitist Jelle Hogenhuis. Hij nam in 1985 het initiatief tot een orkest wat uitsluitend bestond uit dwarsfluiten. In het buitenland toen een bekend fenomeen maar dat was in Nederland niet het geval. De Fluteband, zoals het orkest werd genoemd, was voor veel muziekscholen in Nederland een voorbeeld wat werd nagevolgd. Het orkest werd een aantal keren nationaal kampioen en maakte tournees naar Tsjechië en Ierland. Ook It Frysk Recorder Orchestra, een orkest bestaande uit louter blokfluiten, maakte naam. Onder leiding van Dinie Goedhart deden ze grote projecten zoals een project rond de componist Telemann en in het Rembrandtjaar een project met muziek uit de tijd van Rembrandt, wat ook werd uitgevoerd in de Grote kerk van Dordrecht. Deze en de andere niet genoemde ensembles zijn belangrijke vertegenwoordigers die het beeld van de muziekschool naar buiten toe bepalen. De uithangborden van de muziekschool waarbij attent wordt gemaakt op het product en de klant uitnodigt om mee te doen.

Dynamiek

De afgelopen veertig jaar werden gekenmerkt door veranderingen op velerlei gebied. Op economisch, maatschappelijk, cultureel en kerkelijk terrein. De muziekschool is geworteld in de maatschappij en daardoor zijn de ontwikkelingen haar ook niet voorbij gegaan. In de beginperiode van de muziekschool was muziek één van de weinige afleidingen in de dorpen. Televisie was er wel maar nog niet zo dominant aanwezig als in 2009. In 1969 was de computer al in ontwikkeling maar had niemand er erg in dat die zo een grote plaats in de samenleving zou innemen. Ook de belangstelling voor de sport heeft een hoge vlucht genomen. En kinderen kunnen hun tijd maar één keer besteden en de tijd doorgebracht voor de televisie of op het sportveld kan niet aan muziekstudie worden gewijd. En het bespelen van een muziekinstrument vraagt vaardigheden waarvoor geoefend moet worden. Vaak jaren achtereen. Ook de ontkerkelijking heeft een grote rol gespeeld binnen de muziekschool. Van de grote aantallen orgelleerlingen uit de beginperiode zijn er enkele tientallen overgebleven. De klassieke muziek heeft een geduchte concurrent gekregen van de popmuziek. En daarmee is ook de belangstelling voor de instrumenten die verweven zijn met de popmuziek zoals het keyboard, de (elektrische) gitaar, de saxofoon en de drums toegenomen. En dat is ten koste gegaan van de meer traditionele instrumenten. De muziekschool heeft getoond daar in mee te gaan door personeel te benoemen dat is opgeleid om op deze instrumenten les te geven. Een dynamische tijd als de onze vraagt om een dynamisch antwoord. Niet stil blijven staan maar mee gaan met de tijd en inspelen op de vragen en behoeften die er vandaag leven.

Perspectief

de muziekschool aan De RingBij een jubileum past een terugblik. Maar een nostalgisch terugblikken hoe mooi het allemaal was heeft geen zin. In de 20e eeuw hebben de ontwikkeling en op nationaal en mondiaal niveau zich in een razendsnel tempo voltrokken. Gelet op wat er de afgelopen jaren zich heeft afgespeeld lijkt de 21e eeuw daar niet voor onder te doen. Een nieuwe tijd vraagt om nieuwe uitdagingen. En dat geldt ook voor Streekmuziekschool De Wâldsang. Aan de ene kant zal er afname zijn van belangstelling voor bepaalde muziekinstrumenten en aan de andere kant toename. Het lang cursorisch onderwijs zal voor een deel plaats maken voor kortlopende cursussen. Cultuureducatie zal zeker blijven bestaan maar de cultuurparticipatie zal een belangrijk aandeel op gaan eisen. Met andere woorden: er zal tot in lengte van jaren pianoles of vioolles worden gegeven, maar het aantal kinderen en volwassen leerlingen dat deelneemt aan een (kortlopende) muzikale activiteit zal toenemen. Door gebruik en toepassing van nieuwe media zal er voor een deel ook een andere manier van lesgeven ontstaan. Ook dat vraagt personeel dat daarvoor de competenties heeft en dat de taal van de tijd en de taal van de jeugd verstaat. Streekmuziekschool De Wâldsang kan bogen op een rijk verleden. Maar er ligt ook een rijke toekomst in het verschiet. Een toekomst met uitdagingen waarvan de uitkomsten niet altijd voorspelbaar zijn maar die desalniettemin vol overtuiging aan zullen worden gegaan.

Buitenpost, januari 2009, Geert van der Heide